direct naar inhoud van 3.4 Milieu
Plan: Nieuw-Amsterdam, woonschepenhaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011050-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bestemmingsplan Nieuw-Amsterdam, woonschepenhaven komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen vormvrije m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.4.2 Bedrijven en milieuzonering

Vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt de bedrijvigheid in het plangebied een goede afstemming met de andere, in de omgeving aanwezige functies. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is geconstateerd dat er binnen het plangebied geen bedrijven aanwezig zijn.

In de nabijheid van het plangebied zijn een manege (Oude Schoonebekerweg), een ijscotent (Dommersweg) en een winkeltje (Dommerskanaal ZZ) aanwezig. Deze bedrijfjes liggen op voldoende afstand van de woonschepenhaven. Op dit moment zijn deze bedrijfsactiviteiten in overeenstemming met het karakter van dit gedeelte van Nieuw-Amsterdam, de woonbuurt Dommerseiland. De bedrijfsactiviteitenactiviteiten zijn grotendeels woongerelateerd. Deze bedrijfjes zijn op de doorgaande weg aangesloten zodat het bedrijfsgerelateerde verkeer geen hinder oplevert voor de woonschepenhaven. De bedrijven zijn aangeduid met categorie 1 of 2 volgens de VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering. Vanuit milieuoogpunt vormen deze bedrijven geen milieuhygiënische belemmering voor de woonschepenhaven.

3.4.3 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.
Binnen de gemeente Emmen wordt op vele manieren grond hergebruikt en toegepast. Al het hergebruik en toepassen van grond dient te worden gemeld bij de gemeente Emmen. Bij de melding dient tevens een milieuhygiënische verklaring te worden overlegd om te bepalen wat de kwaliteit van de grond is. Soms is het mogelijk om grond her te gebruiken of toe te passen zonder milieuhygiënische verklaring. De gemeente Emmen heeft hiervoor in februari 2007, op basis van de Vrijstellingsregeling grondverzet, een bodemheersplan en bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Grond afkomstig van een locatie, welke als niet verdacht wordt beschouwd van bodemverontreiniging, kan op basis van de bodemkwaliteitskaart worden hergebruikt of toegepast. De bodemkwaliteitskaart van de gemeente Emmen is maximaal 5 jaar na vaststelling geldig. Vanaf 1 juli 2008 geldt het Besluit bodemkwaliteit als nieuw beleidskader voor grond, baggerspecie en bouwstoffen. Omdat de gemeente Emmen de bodemkwaliteitskaart heeft vastgesteld blijft het mogelijk om grond her te gebruiken of toe te passen via de bodemkwaliteitskaart.

Op de locatie van de her in te richten woonschepenhaven is een kanaal, talud en weg aanwezig. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet in ligplaatsen en legt de bestaande situatie wederom vast. Dit betekent dat er geen grootschalige graafwerkzaamheden zullen plaatsvinden. De bouw van de schuurtjes betreft geen gevoelig object.

Ten aanzien van bodem kan geconcludeerd worden dat het bestaande gebruik wordt voortgezet. Daarmee is geen bodemonderzoek noodzakelijk en zal dit aspect het bestemmingsplan niet in de weg staan. Bij verdere nieuw- of verbouwplannen zal door middel van een Verkennend bodemonderzoek (conform NEN 5740) de actuele bodemkwaliteit moeten worden vastgesteld. Aan de hand van het voorgenomen gebruik kan worden bezien of daarbij maatregelen noodzakelijk zijn.

3.4.4 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Woonschepen worden in het kader van de Wet geluidhinder aangemerkt als niet-gevoelige bebouwing. In het kader van de situering van een woonschip dient wel naar het geluidsaspect gekeken te worden.

Voor het plangebied Nieuw-Amsterdam, woonschepenhaven geldt dat in de bestaande situatie aan de rand van het plangebied sprake is van geluidbelasting t.g.v. wegverkeer. Op het Dommerskanaal NZ is de maximumsneheid ter hoogte van de woonschepenhaven 50 km/h.

In de nabijheid van de woonschepenhaven is de oostelijke rondweg van Nieuw-Amsterdam aangelegd. In dit kader is een geluidsonderzoek uitgevoerd naar de geluidsbelasting op de omgeving en met name de bestaande woningen. Ten behoeve van de woonschepen is kort aandacht besteedt aan de geluidsbelasting op de woonschepenhaven. Uit het onderzoek blijkt dat twee woonschepen momenteel boven de norm komen, welke voor woningen geldt. Gelet op de wettelijke aftrek van 2 dB voor het in de toekomst (2016) stillere verkeer is sprake van een acceptabel geluidsniveau voor deze niet-geluidgevoelige bebouwing. Door verschuiving in het kader van de herinrichting van de woonschepen in westelijke richting en dus verder van de rondweg af, voldoen de ligplaatsen aan de wettelijke normen.

3.4.5 Lucht

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De wet is enerzijds bedoelt om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling. Volgens de nieuwe regeling vormt luchtkwaliteit in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een ruimtelijk project als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIMB) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of binnen een regionaal programma van maatregelen.
3.4.5.1 Algemeen beeld luchtkwaliteit plangebied

Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOX en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.