direct naar inhoud van 3.1 Archeologie en monumenten
Plan: Schoonebeek, Stroomdal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011036-0701

3.1 Archeologie en monumenten

3.1.1 Algemeen

De aanleiding voor het opnemen van de archeologische waarden en verwachtingen in bestemmingsplannen vloeit voort uit het Verdrag van Valletta, de Monumentenwet 1988, de Wet op de archeologische monumentenzorg 2007 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 2010. In de Monumentenwet is vastgelegd dat bij het opstellen van een bestemmingsplan nadrukkelijk rekening gehouden moet worden met de archeologische waarden in de bodem en dat deze beschermd moeten worden. Daarbij gaat het zowel om aanwezige als mogelijk te verwachten archeologische waarden. Uit de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan dient de zorg voor de genoemde archeologische waarden te blijken.

In het kader van de Monumentenwet en de Culturele Alliantie tussen de gemeente Emmen en de provincie Drenthe heeft de gemeente Emmen eigen archeologiebeleid ontwikkeld. Hiervoor is een archeologische beleidsadvieskaart gemaakt met daarbij een rapport die als toelichting op de kaart dient. Het doel van deze documenten is om aan te geven wat de kern vormt van het archeologiebeleid en waar de beleidskeuzes zijn gemaakt. Deze beleidskeuzes zijn verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan door het opnemen van de dubbelbestemming Waarde-archeologie op de verbeelding. Met deze vertaling is op eenvoudige wijze in beeld gebracht of archeologische waarden in het geding zijn of kunnen zijn en zo ja, op welke manier daarmee dient te worden omgegaan. Binnen de dubbelbestemming "Waarde-Archeologie" is een onderverdeling gemaakt in 4 debbelbestemmingen. Per dubbelbestemming zijn planrgels opgenomen voor de te bouwen oppervlakte en een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. De maatvoering voor ontheffing is afhankelijk van de te verwachten waarden of verwachtingen en is vertaald naar oppervlakten en dieptes. Bij overschrijding van de gestelde vrijstellingseisen bij ruimtelijke ontwikkelingen betekent dit dat de aanwezige waarde of verwachting moet worden onderzocht. In het onderhave bestemmingsplan is sprake van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4.

3.1.2 Archeologische waarden in het plangebied
3.1.2.1 Archeologische verwachtingswaarde

Het plangebied Stroomdal maakt deel uit van een ontgonnen veengebied en is daarbij gelegen in een beekdal, het Schoonebekerdiep. Onder het veen kunnen prehistorische waarden aanwezig zijn. Beekdalen zijn daarom door de provincie benoemt tot terreinen van provinciaal belang archeologie (PBA). Hier wordt bijzonder belang aan gehecht waardoor er een specifiek onderzoeksprotocol geldt. Op de Archeologische Beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen staat het plangebied deels gekarteerd met een hoge en deels met een middelhoge trefkans op archeologische resten. Het plangebied heeft daarmee de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 gekregen.

In het plangebied zijn geen waarnemingen en vondstmeldingen bekend. In het beekdal in de omgeving van het plangebied zijn verder diverse waarnemingen bekend daterend van het Paleolithicum (tot 8800 voor Chr.) tot en met het Neolithicum (5300-2000 voor Chr.).

In het plangebied zijn geen archeologische veldonderzoeken uitgevoerd.

3.1.2.2 Archeologische monumenten

Binnen het plangebied liggen geen archeologisch monumenten.

3.1.2.3 cultuurhistorie

In het plangebied zijn geen overige cultuurhistorische elementen bekend.

3.1.3 Conclusie

Op basis van de historie worden aan het plangebied archeologische waarden toegekend. Het plangebied krijgt de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4. Bij bodemverstorende activiteiten groter dan 1000 m2 en dieper dan 30 cm dient archeologisch onderzoek plaats te vinden. Vanwege de specifieke eigenschappen van een beekdal dient voor de onderzoeksstrategie vooraf contact opgenomen te worden met de gemeentelijk archeoloog.