direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene aanduidingsregels
Plan: Schoonebeek, Stroomdal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011036-0701

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

17.1 wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'WRO- wijzigingsgebied' bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming "Wonen - Aaneengebouwd". Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 6 aaneengebouwde woningen mogen worden gerealiseerd in 2 rijtjes van 3 woningen;
  • b. de hoofdgebouwen dienen binnen de aanduiding 'WRO-wijzigingsgebied' gerealiseerd worden;
  • c. het aanduidingsvlak mag volledig worden bebouwd;
  • d. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de maximale goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt 6 meter;
  • f. de hoofdgebouwen dienen voorzien te zijn van een kap;
  • g. ten behoeve van de woningen mogen buiten de 'WRO-wijzigingsgebied' achter de voorgevel bijbehorende bouwwerken worden opgericht tot en maximum van 35 m2 mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • h. voor hoekwoningen of woningen op de hoek van een woningblok geldt dat maximaal 50mĀ² bijbehorende bouwwerken gerealiseerd mogen worden mits:
    • 1. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt,
    • 2. de oppervlakte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
    • 3. langs de zijkant van het hoofdgebouw (hoekwoning) een strook grond behorende tot het bouwperceel met een breedte van minimaal 3 meter aanwezig is;
    • 4. de oppervlakte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan 35 meterĀ² bedraagt;
  • i. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen;
  • j. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen 3 meter afstand van de perceelsgrens mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • k. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de gevellijn maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de totale gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken inclusief overkappingen maximaal 15 meter2 mag bedragen;
    • 2. bebouwing de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn maximaal 1 meter mag bedragen en achter de gevellijn maximaal 2 meter;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten maximaal 5 meter mag bedragen;
  • l. voor de hoekwoningen in de rij geldt dat bij deze woningen op eigen terrein in de parkeerbehoefte moet worden voorzien waarbij de geldende parkeernormen in acht worden genomen.