Plan: | Emmer-Compascuum, Westelijke Doorsnee ZZ (bouwbedrijf Lippold) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2011024-0701 |
Per 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd ter uitvoering van het verdrag van Malta. Het verdrag vraagt om bescherming van het archeologisch bodemarchief tegen bodemverstoringen als gevolg van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De Monumentenwet verplicht gemeenten om bij het opstellen van nieuwe planologische regelingen rekening te houden met de te verwachten en de aanwezige archeologische waarden. Behoud van die waarden is het uitgangspunt.
Door de provincie Drenthe is nieuw aanvullend archeologiebeleid opgesteld. Op grond van dit beleid is geen archeologisch onderzoek vereist voor projecten waarbij minder dan 500m2 grond wordt verstoord en daarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
Archeologisch onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw van een bouwwerk met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd. Indien de provinciale ontheffingsbevoegdheid niet van toepassing is op de voorgenomen bodemverstoring moet door de veroorzaker een inventariserend archeologisch veldonderzoek wordt uitgevoerd. Dit onderzoek kan aangeven of het gebied vrij van archeologie is of dat er waarden zijn waar rekening mee dient worden gehouden. Totdat de Gemeente Emmen zelf onderbouwd archeologiebeleid heeft vastgesteld, is het provinciaal beleid van toepassing en verwoord in de regels.
Het plangebied is aangemerkt als een gebied met een middelhoge trefkans. In de nabijheid van het plangebied zijn geen archeologische monumenten gekarteerd. Aangezien de bestaande landbouwschuur wordt verbouwd zodat een ander gebruik mogelijk is, worden er niet of nauwelijks vierkante meters aan bebouwing toegevoegd. Een archeologisch onderzoek wordt dan ook niet nodig geacht.