direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen - Gestapeld
Plan: Nieuw-Amsterdam, woningbouw hoek Vaart ZZ en Karel Palmstraat
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011018-0701

Artikel 8 Wonen - Gestapeld

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Gestapeld aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. appartementsgebouwen en flatgebouwen;
  • b. bijgebouwen;
  • c. tuin en erven;
  • d. dienstverlening op de begane grond ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening";

met bijbehorende:

  • e. andere bouwwerken;
  • f. toegangswegen in- en uitritten;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een appartementsgebouwen en flatgebouwen worden gebouwd;
  • b. het maximaal aantal appartementen dat mag worden opgericht, bedraagt 21 appartementen;
  • c. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • d. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht, danwel op de bestaande locatie indien de huidige voorgevel achter de gevellijn is opgericht;
  • e. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwd oppervlak (m²) staat per bouwvlak het maximale aantal m² aangegeven dat gebouwd mag worden, indien geen maximum is aangegeven mag het bouwvlak volledig bebouwd worden, waarbij bijgebouwen ondergeschikt dienen te zijn aan het hoofdgebouw;
  • f. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bouwhoogte mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • g. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding goothoogte mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen goothoogte is aangegeven;
8.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend inpandig in het hoofdgebouw worden opgericht;
8.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. andere bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.3 onder b. en c. mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen;
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 8.2.1 onder a. en toestaan dat binnen de aanduiding "sw-opslag" een schuur ten behoeve van opslag (horeca-goederen) mag worden opgericht onder voorwaarden dat:
    • 1. de oppervlakte maximaal 60 m2 bedraagt;
    • 2. de goothoogte maximaal 3,5 meter bedraagt;
    • 3. de nokhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
    • 4. de situering haaks op de zijerfgrens wordt uitgevoerd;
  • b. artikel 8.2.1 onder e. en toestaan dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
  • c. artikel 8.2.1 onder f. en toestaan dat de maximale goothoogte van het hoofdgebouw 1 meter hoger mag bedragen;
8.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 8.4.1 genoemde afwijkingen is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om afwijking te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de afwijking niet verleend;

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als hoofdgebouw;
  • b. het gebruik van de wooneenheid voor de uitoefening van een bedrijf;
  • c. buitenopslag van goederen.