| Plan: | Weerdinge, Holtstraat 44 (schapenhouderij) |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2011013-0701 |
4.3 Planbeschrijving
Omdat de maatschap de kudde wil uitbreiden tot 200 schapen (fokooien), is er een aanvraag ingediend voor het bouwen van een kapschuur van circa 240 m2 welke gebruikt zal worden als schaapskooi, als ontvangstruimte en als berging van ruwvoer. De ontvangstruimte wordt gebruikt voorhet ontvangen van schoolkinderen en andere groepen.
In samenspraak is met de verzoeker een landschappelijke inpassing voor het perceel op de es bij Weerdinge opgesteld. De te bouwen kapschuur annex schaapskooi is reden geweest om het gehele perceel te bezien. Daarnaast is het noodzakelijk om aan te tonen dat er een inkomen uit voortvloeit. Hiertoe wordt in de volgende subparagraaf een beschrijving van het (toekomstige) bedrijf gegeven.
4.3.1 Bedrijfsplan
De heer Plas en mevrouw Plas-Kerperien vormen een maatschap ten behoeve van de schapenhouderij. De heer Plas heeft hier een volledige baan aan en mevrouw Plas-Kerperien verricht ondersteunende werkzaamheden en springt in drukke tijden bij. De heer Plas is ter zake kundig geschoold op de Agrarische Hogeschool.
Het agrarische bedrijf heeft een omvang van 200 fokooien, enkele rammen en diverse lammeren van het Swifter stamboekras. De dieren zullen hoofdzakelijk ten behoeve van andere bedrijven in binnen- en buitenland worden gefokt en verkocht.
Het bedrijf heeft inmiddel 5.5 hectare in eigendom. In de nabije toekomst wenst de maatschap circa 15 hectare grasland te bezitten. Hiertoe zijn gesprekken met eigenaren van nabijgelegen gronden in gang gezet. Tot die tijd worden afwisselend gronden van derden door de schaapskudde begraasd. Later zal dit, wanneer meerdere hectares zijn aangekocht, met name in de winter plaatsvinden.
Naast het produceren, opfokken en verzorgen is het vermarkten van fokmateriaal een specifieke bedrijfsactiviteit. Te denken valt aan externe contacten, fokregistratie en exportformaliteiten. In het voorjaar is het lammeren en in de zomer de verzorging ( scheren, klauwen bekappen) de belangrijkste activiteiten. Er is binnen het bedrijf plaats voor educatie in de vorm van stages voor hoger opgeleiden en aaidagen voor kinderen van de basisschool. Een en ander betekent dat er voor 1 volwaardige arbeidskracht een inkomen is te verdienen binnen dit bedrijf.
4.3.2 Landschappelijke inpassing
Vertrekpunt voor inpassing in het landschap is de kenmerkende strookverkaveling. Ook het gewenste gebruik is een gegeven bij de herinrichting van het perceel. Uitgangspunt is dat een open Drents erf ontstaat. Gekozen is voor een duidelijke scheiding van voor- en achtererf. Daarnaast wordt de oude boomgaard in ere hersteld door aanplant van fruitbomen. Hierachter, dus op het achtererf wordt de nieuwe stal geplaatst. De achterzijde krijgt een natuurlijke overgang, waarbij zichtlijnen langs het erf de openheid benadrukken. Door te kiezen voor een compacte inpassing van de stal en mestplaat binnen de strookverkaveling wordt de verschijningsvorm van het landschap plaatselijk gerespecteerd.
Uitgangspunt bij inpassing van de stal in het landschap is ook handhaving van deze strookverkaveling. Door te kiezen voor een stal in de vorm van een kapschuur (flauwere dakhelling, geringere goot- en nokhoogte) én begeleidende eiken- en lindebomen, is de stal op een goede wijze ingepast in de omgeving.Voor de vorm van een kapschuur is gekozen om een verzachte overgang naar het landschap te hebben. De stal wordt ingepast op het bestaande erf, binnen de kenmerkende verkavelingsstructuur.Daarom wordt op de kopse kanten de boomgaard in ere hersteld respectievelijk een boomgroep aangeplant.
Tot slot wordt door het verwijderen van de huidige (uitheemse) beplanting op het achtererf het uitzicht op de es vanaf de Holtstraat aanzienlijk verbeterd. In zijn totaliteit leidt voorliggend inrichtingsplan tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het perceel én de omgeving.
Figuur: Inrichtingsplan Holtstraat 44 tbv grondgebonden schapenhouderij