Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Erica, Camping op Fietse
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0114.2011011-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Inleiding

In deze paragraaf worden vanuit een duurzame ruimtelijke ordening de voor dit bestemmingsplan relevante milieuaspecten beschreven. Aangegeven wordt wat de beperkingen en mogelijkheden in het plangebied zijn, bezien vanuit verschillende milieudisciplines. Dit hoofdstuk bevat de uitkomsten van de (technische) onderzoeken met conclusies.

3.4.2 Bedrijven en milieuzonering

Onder andere vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt bedrijvigheid een goede afstemming met andere, in de omgeving aanwezige functies. Voor het bepalen welke categorieën bedrijfsactiviteiten toelaatbaar zijn, is in het kader van dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" ( van 16 april 2007).
 
De afstand die voor kampeerterreinen in acht moet worden genomen is 50 meter. Het aspect geluid is hierbij maatgevend. In de huidige situatie wordt hieraan voldaan. In de nieuwe situatie wordt de afstand niet verkleind.
 
In de nabije omgeving van de camping is een akkerbedrijf gelegen op het perceel Ensingwijk ZZ 41. Dit bedrijf valt onder de werking van het Besluit landbouw milieubeheer. Conform de VNG-uitgave “Bedrijven en milieuzonering” dient een afstand van 30m tot een gevoelig object te worden aangehouden. De nieuwe bedrijfswoning is een gevoelig object. Het perceel van de camping en de beoogde locatie voor de bedrijfswoning liggen op grotere afstand, zodat het akkerbouwbedrijf geen belemmering vormt voor dit plan. Daarbij zijn in de directere nabijheid van het akkerbouwbedrijf andere gevoelige objecten aanwezig die maatgevend zijn voor het akkerbouwbedrijf.

3.4.3 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.
 
Het bestaande campingterrein is gezien het huidige en historische gebruik geen verdachte locatie. Eveneensis de locatie waarop de uitbreiding plaatsvindt -gezien het huidige agrarische gebruik- geen verdachte locatie. Ten bate van de bedrijfswoning en de Bed & Breakfast zal in het kader van de aan te vragen omgevingsvergunning een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Ten bate van de blokhutten kan gesteld worden dat conform artikel 2.1.5 van de Bouwverordening jo. artikel 3 van de bijlage bij het Besluit omgevingsrecht geen plicht tot indiening van een onderzoeksrapport bestaat.  

3.4.4 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
 
Een camping wordt niet aangemerkt als een geluidsgevoelig object. Ook recreatieve verblijven die niet bestemd zijn voor permanente bewoning vallen niet onder de Wgh. De geplande bedrijfswoning is wel een geluidsgevoelig object. De Verlengde Vaart NZ is gezien de verkeersintensiteit een geluidsbron in de omgeving van het plangebied. Om te bepalen of de voorkeursgrenswaarde van de geluidsbelasting op de gevel wordt overschreden is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. Aangetoond is dat geen sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.  
 
Zoals in artikel 3.4.2 is verwoord is het aspect geluid maatgevend voor de zonering van het kampeerterrein ten opzichte van de aangrenzende woningen langs de Verlengde Vaart ZZ. De afstand tussen het kampeerterrein en deze woningen wijzigt in de nieuwe situatie niet ten opzichte van de huidige situatie.

3.4.5 Lucht

3.4.5.1 Algemeen beleid luchtkwaliteit

De ‘Wet luchtkwaliteit’ is op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) in werking getreden en vervangt het Besluit. De kern van de ‘Wet luchtkwaliteit’ bestaat, net als het Besluit, uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. Met de nieuwe ‘Wet luchtkwaliteit’ en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening doorgang laten vinden.
 
De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen 'kleine' en 'grote' projecten. Kleine projecten dragen 'niet in betekende mate' (NIBM) bij aan de luchtkwaliteitl Grote projecten zoals bedrijventerreinen of infrastructuur dragen juist wel bij 'in betekende mate' aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het begrip 'in betekende mate' doelt op een bepaalde norm van fijnstof en stikstofdioxide welke bij overschrijding een negatief effect hebben op de luchtkwaliteit.
 
In de Wet Milieubeheer is indirect een koppeling gelegd met ruimtelijke plannen. Deze koppeling houdt in dat bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan, de luchtkwaliteit moet worden betrokken in de afwegingen. In de Wet Milieubeheer zijn grenswaarden opgenomen welke het niveau aangeven van de buitenluchtkwaliteit dat op een bepaald moment zoveel mogelijk moet zijn bereikt of in stand moet worden gehouden. Om te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarin grenswaarden worden overschreden of bestaande overschrijdingen toenemen, moet bij het opstellen van ruimtelijke plannen getoetst worden aan de grenswaarden. Een eventuele toename of overschrijding van deze waarden kan als consequentie hebben dat bepaalde nieuwe ontwikkelingen niet mogelijk zijn.  

3.4.5.2 Toetsing

Binnen dit bestemmingsplan bestaat de mogelijkheid om één woning, één bed and breakfast en tien blokhutten te realiseren. Met deze omvang blijft het project binnen de NIMB grens en hoeven niet getoetst te worden aan de concentratiegrenswaarde van stikstofdioxide en fijnstof. Een verdere toets van de invloed op de luchtkwaliteit is dan ook niet aan de orde.