Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Erica, Camping op Fietse
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0114.2011011-0701

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.recreatie, kampeerterrein
met bijbehorende
b.gebouwen en andere bouwwerken;
c.sportvoorzieningen en speelvoorzieningen;
d.horeca ten dienste van de bestemming;
e.fiets- en voetpaden;
f.toegangswegen in- en uitritten;
g.parkeervoorzieningen, voor zover aangeduid met ‘parkeerterrein’;
h.groenvoorzieningen;
i.kunstwerken en waterwerken;
j.nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
 
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Gebouwen
 
Voor het bouwen van gebouwen, met uitzondering van bijbehorende bouwwerken, gelden de volgende bepalingen:
a.recreatiewoningen mogen uitsluitend op de gronden met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning' worden gebouwd;
b.centrale voorzieningen mogen uitsluitend op de gronden met de bouwaanduiding specifieke bouwaanduiding -centrale voorziening' worden gebouwd;
c.bed & breakfast mag uitsluitend op de gronden met de bouwaanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - bed & breakfast’ worden gebouwd;
d.bedrijfswoning met bijbehorend bouwwerken mag uitsluitend op de gronden met de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ worden gebouwd;
e.ter plaatse van de bouwaanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning, 'specifieke bouwaanduiding - centrale voorziening', 'specifieke bouwaanduiding bed & breakfast' en functieaanduiding 'bedrijfswoning' mogen gebouwen worden gebouwd voor ten hoogste de in tabel 1 weergegeven oppervlakten;
Bouwaanduiding
Bebouwde oppervlakte
Specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning
30m2 (per recreatiewoning)
Specifieke bouwaanduiding-centrale voorziening
100m2 (totaal)
Specifieke bouwaanduiding - bed & breakfast
100m2 (totaal)
Functieaanduiding
 
bedrijfswoning
150m2 (totaal)
tabel 1
 
f.ter plaatse van de maatvoeringaanduiding ‘maximale bouwhoogte’ mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven;
g.ter plaatse van de maatvoeringaanduiding ‘maximale goothoogte’ mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven;
h.de onderlinge afstand tussen zijgevels van recreatiewoningen bedraagt minimaal 6m;
i.ter plaatse van de bouwaanduidingen ‘specifieke bouwaanduiding - recreatiewoning’ mag het gezamenlijke aantal recreatiewoningen niet meer bedragen dan 10;
j.ter plaatse van de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ dient de voorgevel van de bedrijfswoning in de gevellijn te worden opgericht;
k.ter plaatse van de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’ dient de dakhelling minimaal 35 graden te bedragen;
 
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken
 
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
a. bijbehorende bouwwerken dienen ondergeschikt te zijn aan de bedrijfswoning;
b.de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 100m2 bedragen;
c.de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
d.de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen.
 
4.2.3 Andere bouwwerken
 
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
a.de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 6 meter bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggemasten maximaal 10 meter mag bedragen;
b.in afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.2 lid a mag de bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 meter bedragen;
 
4.3 Nadere eisen
 
4.3.1 Bevoegdheid
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:
a.de woonsituatie;
b.het straat- en bebouwingsbeeld;
c.cultuurhistorie;
d.verkeersveiligheid;
e.sociale veiligheid;
f.brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
g.milieusituatie;
h.de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
 
4.4 Specifieke gebruiksregels
 
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
a.het gebruiken van verblijfsrecreatieve voorzieningen dan wel andere gebouwen voor permanente bewoning met van de gronden met de functieaanduiding ‘bedrijfswoning’.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
 
Burgermeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingsplan wijzigen door:
a.de aangegeven bouwaanduidingen 'specifieke bouwaanduiding – recreatiewoning’, ‘specifieke bouwaanduiding - centrale voorziening’ en ‘specifieke bouwaanduiding - bed en breakfast' te verplaatsen t.b.v. een gewijzigde inrichting van de hoofdstructuur van het recreatieterrein
 
De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel 3.6 het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de mogelijke gevolgen voor de omgeving, zoals de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen en meegewogen te worden. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de functiewijziging niet plaatsvinden