direct naar inhoud van 5.3 Waterbeheer
Plan: Bestemmingsplan Weerdinge, Steenbakkerijweg (Ruimte voor Ruimte)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011010-0701

5.3 Waterbeheer

Watertoets

De toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te bevatten. In die paragraaf moet worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: “het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.” Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening. Water heeft daarmee een vaste plaats gekregen als sturende factor bij de ruimtelijke inrichting. In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet, die in 2008 respectievelijk 2009 van kracht werden, is de positie van de watertoets nog versterkt.

Europees en nationaal beleid

Het kader voor de watertoets is het beleid in onder andere de Vierde Nota Waterhuishouding, het Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water en de Nota Ruimte van het Rijk.

In het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Gedoeld wordt op onder andere klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing.

Uitgangspunten Waterschap Hunze en Aa's

De omgeving van Weerdinge ligt in het beheersgebied van het Waterschap Hunze en Aa's. Een belangrijk actueel beleidsdocument van dit waterschap is het Waterbeheerplan 2010 - 2015. Vanuit dit plan heeft het waterschap een aantal uitgangspunten voor het plangebied in Weerdinge aangeleverd.

Het waterschap zoekt naar duurzame oplossingen. Water dient zoveel mogelijk binnen een plangebied te worden vastgehouden en relatief schoon water dient ook schoon te blijven. Een toename van het verharde oppervlak moet worden gecompenseerd met extra waterberging. Regenwater dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is, dient zoveel mogelijk te worden vastgehouden of geborgen en eventueel hergebruikt. De laatste mogelijkheid is afvoeren via bestaande watergangen.

Waterbeheer in het plangebied

Op de kavel voor de nieuwe woning wordt een duurzaam watersysteem gecreëerd. Langs de zuidzijde van de kavel ligt een sloot. Het hemelwater dat van het dak en verharde buitenruimte(n) afstroomt, zal in deze sloot worden opgevangen.

Door de sloop van de twee landbouwschuren zal de verharde, niet op de riolering aangesloten oppervlakte kleiner zijn dan in de oude situatie het geval was. Hierdoor wordt er geen versnelde, maar juist een vertraagde afvoer bereikt. Benedenstrooms gelegen gebieden worden daarmee ontzien. Door het afkoppelen van het hemelwater worden daarnaast ook ongewenste emissies uit het (vuilwater)riool teruggedrongen.

WATERKWALITEIT EN ECOLOGIE

Aan het afstromend hemelwater moeten kwaliteitseisen worden gesteld. Dit betekent dat geen bouwmaterialen op de nieuwe woningkavel mogen worden gebruikt die het water verontreinigen. Voorbeelden hiervan zijn metalen als lood en koper. Als alternatief kunnen dergelijke materialen worden voorzien van een coating. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het buitenterrein moet worden tegengegaan.

RIOLERING

Het vuilwater uit de woning zal worden aangesloten op het riool van de Dorpsstraat. Door de afstand tot de Dorpsstraat en het geringe verval in verband met de relatief lage ligging van de woningkavel, zal waarschijnlijk een persleiding moeten worden aangelegd.

Watertoetsproces

Het waterschap is vroegtijdig over het plan geïnformeerd door gebruik te maken van de digitale watertoets. Als reactie daarop is van het waterschap een uitgangspuntennotitie ontvangen die is verwerkt in het vorenstaande.