Plan: | Emmen, Willinkplein Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2010047-0702 |
In het Besluit ruimtelijke ordening is de "watertoets" opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Velt en Vecht. In het kader van de watertoets wordt over onderhavig bestemmingsplan en de uitgangspunten overleg gevoerd met de waterbeheerder. Vervolgens worden de aandachtspunten en opmerkingen van het Waterschap Velt en Vecht verwerkt in het plan.
Het waterbeleid op rijksniveau is verankerd in de 4e Nota Waterhuishouding, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het rapport Waterbeleid 21e Eeuw. Daarnaast is in december 2009 het Nationaal Waterplan vastgesteld. Algemene uitgangspunten van het waterbeleid zijn:
Ook de Europese Kaderrichtlijn Water heeft gevolgen voor het waterbeheer in Nederland. Op grond van deze richtlijn dienen alle hoofdwateren te voldoen aan kwaliteitseisen. Daarnaast moet de ecologische toestand van natuurlijke wateren respectievelijk het ecologisch potentieel van kunstmatige wateren worden verbeterd.
Op 27 oktober 2009 heeft het Algemeen Bestuur van Waterschap Velt en Vecht het Waterbeheerplan 2010-2015 vastgesteld. In het plan zijn de volgende kernopgaven benoemd: zorgen voor veiligheid, watersysteembeheer en beheer van de afvalwaterketen. Populair gezegd gaat het om voldoende schoon water en veilig wonen en werken. Deze kerntaken worden zoveel mogelijk in samenhang uitgevoerd. Ook integratie met wonen, recreatie, plattelandsontwikkeling en stadsvernieuwing is hierbij noodzakelijk. Nieuw in het waterbeheerplan is de opgave voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het waterbeheerplan geeft een globale weergave van de acties die Velt en Vecht in de periode 2010-2015 wil uitvoeren. Ook wordt een doorkijk voor de langere termijn gegeven. Er zijn geen specifieke aandachtspunten voor het plangebied.
Het Algemeen Bestuur van het Waterschap Velt en Vecht heeft op 15 december 2009 de Keur 2009 vastgesteld. Als gevolg van de nieuwe Waterwet is de keur van het waterschap herzien. De keur is een verordening van een waterschap. In de keur zijn onder andere opgenomen:
De gemeente Emmen heeft met de waterschappen Velt en Vecht en Hunze en en Aa’s het Waterplan Emmen (2004) opgesteld. Ook de provincie Drenthe en de Waterleidingmaatschappij Drenthe zijn inhoudelijk betrokken geweest bij het plan. In het Waterplan zijn drie koersen aangegeven die de gemeente volgt, te weten:
Het Waterplan geeft aan wat de rol van water is met betrekking tot ruimtelijke ontwikkelingen, milieu en natuur. Ook waterbeleving en gebruik van water maken integraal onderdeel uit van het plan: een goede afstemming tussen al deze beleidsterreinen is essentieel.
Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2009 (2005) geeft inzicht in het functioneren van het rioolsysteem. Hierin zijn de nieuwe ontwikkelingen en maatregelen opgenomen, zoals het vervangen van riolering en voorzieningen voor niet aangesloten woningen. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt ten aanzien van riolering de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd:
Als gevolg van de punten d en e uit deze voorkeursvolgorde moet er zoveel mogelijk naar worden gestreefd regenwater lokaal te benutten dan wel terug te brengen in het milieu. Dit laatste kan bijvoorbeeld met behulp van infiltratievoorzieningen.
Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de kern Emmen en is momenteel vrijwel geheel verhard. Ten westen van het plangebied bevindt zich de waterwinning Noordbargeres. Het plangebied ligt binnen het stroomgebied Rijn-Oost.
Grondwaterbeschermingsgebied
Het plangebied ligt voor een groot deel in het grondwaterbeschermingsgebied Noordbargeres/Valtherbos.
Binnen het grondwaterbeschermingsgebied mogen geen inrichtingen in gebruik worden genomen die zijn opgesomd in een lijst bij de provinciale verordening. Daarnaast is het uitstrooien van as of het gebruik van bestijdingsmiddelen binnen deze niet toegestaan
Bodem en grondwater
Het plangebied ligt op een zandrug, genaamd de Hondsrug. De bodem van het plangebied bestaat uit zand (www.bodemdata.nl). Onder de zandlaag bevindt zich een laag keileem van variërende dikte (formatie van Drenthe). Tussen de zomer- en wintermaanden zijn geen significante verschillen waargenomen.
Het plangebied ligt in een grondwaterbeschermingsgebied. Ten behoeve van de bescherming van het grondwater is hiertoe een gebiedsaanduiding opgenomen waar regels aan verbonden zijn.
Waterhuishouding
De waterhuishouding in het plangebied is afgestemd op de stedelijke functie. De grondwaterstand bevindt zich rond 16,00+ NAP. In het plangebied hoeft geen water aangevoerd te worden. De maaiveldhoogte van het terrein varieert van ca. 23.00+NAP tot ca. 24,50+ NAP.
Riolering
In het plangebied is een gemengd rioolstelsel aanwezig.
In de nieuwe situatie zal een ondergrondse parkeergarage worden aangelegd en zal bebouwing worden opgericht. In de bestaande situatie betreft het verhard parkeerterrein en wegverharding. De toename van verhard oppervlak in dit plan is derhalve nihil.
Waterhuishouding
Het regenwater wat op de wegverharding valt zal deels tot afstroming komen richting de berm en het nieuw aan te leggen regenwaterstelsel. Het regenwater wat op de gebouwen valt zal tot afstroming komen richting het regenwaterstelsel. De ontwikkeling zal geen meetbare invloed hebben op de waterhuishouding in het plangebied.
In verband met het grondwaterbeschermingsgebied zal het regenwater niet worden geïnfiltreerd, maar worden getransporteerd naar het Bargermeerkanaal.
Riolering
Er zal een gescheiden rioolstelsel worden aangelegd langs de Hondsrugweg en Van Schaikweg. Het plangebied zal gescheiden worden aangesloten op dat rioolstelsel. Dit betekent dat huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Materiaalgebruik
De nieuwe werken worden uitgevoerd door middel van duurzame niet uitloogbare bouwmaterialen (dus geen zink, lood, koper en PAK’s houdende materialen) om diffuse verontreiniging van water en bodem te voorkomen. Indien desondanks gebruik wordt gemaakt van uitlogende materialen, worden deze voorzien van een coating.