direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Emmen, Willinkplein Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010047-0702

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Algemeen

Gezien de ontwikkelingen die in het kader van Atalanta plaatsvinden, is een aantal beleidstukken niet meer relevant danwel actueel. Zo stamt het vigerende detailhandelsbeleid uit 2001 en het Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) uit 1999. Beiden worden momenteel herzien en geactualiseerd. Het detailhandelsbeleid wordt geactualiseerd in de Werklocatievisie Emmen 2010-2020. Deze bestaat uit uit twee delen, die in onderlinge samenhang zijn onderbouwd en opgesteld: een detailhandelsstructuurvisie en een bedrijventerreinenstructuurvisie. Beide zijn een uitwerking op onderdelen van de Structuurvisie 2020 Veelzijdigheid Troef.

Aangezien beide documenten nog niet zijn vastgesteld wordt in deze toelichting niet nader ingegaan op deze concept beleidsstukken. Onderhavige ontwikkeling past wel binnen beide concept documenten.

2.4.2 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, veelzijdigheid troef

De structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is 24 september 2009 vastgesteld. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld Raad, september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. Tevens dient de structuurvisie om bedrijven, instellingen en andere overheden uit te nodigen tot en te stimuleren om passende, gewenste activiteiten en investeringen te doen die aansluiten op de weergegeven ambities en ruimtelijke mogelijkheden. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald deze zijn als volgt:

Landschap:
Versterken van het landschap door in te zetten op bebossing van de Hondsrug, het vrijwaren van de steilrand, het koesteren van de openheid, de herkenbaarheid van de kanalenstructuur te vergroten, de beekdalen te herstellen en het gebruik van de essen te vergroten.

Duurzaamheid:
Het benoemen van het uitgebreide kanalenstelsel en de beekdalen voor de berging van water. Specifiek betreft het hier de Buma Marchienawijk/ Sleenerstroom en het Schoonebeekerdiep. Het herstel van de beekdalen combineert de verbetering van de waterkwaliteit met noodberging, alsmede versterking van het landschap. Een tweetal gebieden is benoemd als mogelijk zoekgebied. De term 'mogelijk zoekgebied' betekent dat deze relatief onbebouwde gebieden een mogelijke toekomstige geschiktheid kennen voor de berging van water. Deze geschiktheid dient behouden te blijven, maar is alleen nodig indien scenario's met een verdergaande klimaatverandering hiertoe aanleiding geven.

Verkeer:
Voor de externe bereikbaarheid wordt ingezet op verdubbeling van de N34 (Emmen-Zuid tot Emmen-centrum) en de N862 en optimalisering van het spoor naar Zwolle en Twente.
Interne bereikbaarheid: opwaarderen van de Rondweg door de stroomfunctie te verbeteren en onderzoek doen naar de verbeteropties van de Hondsrugweg.

Werken:
Naast de geplande uitbreidingen tot 2015 zijn geen nieuwe uitbreiding van bedrijventerreinen. Voor woonwerkcombinaties is behalve op de Meerdijk op termijn ruimte langs de as naar Nieuw Amsterdam, op Pollux IV en in Emmer-Compascuum (mits passend binnen de milieucontouren). Voor kantoren en zorg ('cure') wordt aangesloten op bestaande plannen en locaties. Ingezet wordt op een verknoping van nieuwe en aanwezige leisurevoorzieningen. Voor wat betreft glastuinbouw vindt inzet plaats op herstructurering van oudere delen. Omstreeks 2012 wordt de ruimtevraag naar glastuinbouw opnieuw in beeld gebracht. Daarbij past ook bezinning op mogelijk andere functies in het Rundedal. Tenslotte de koers voor de landbouw: schaalvergroting in landbouwgebieden (zone 1 en 2 uit het POP) mogelijk maken in aansluiting op het landschap. Daar waar de landbouw in de knel komt wordt ingezet op altenatieven.

Wonen:
Vanuit de structuurvisie vindt aansluiting plaats op het bestaande bouwprogramma (zie ook woonplan). Voor fase 2 en 3 van de Delftlanden vindt een verbijzondering plaats en wordt gericht op meer landelijke en dorpse woonmilies. Naast een kwaliteitsimpuls van de bestaande woningen wordt ingezet op op wervende woonmilieus, te weten: water/lintwonen tussen Barger- en Emmer Compascuum, boswonen op de Hondsrug en erfwonen in het zuidelijk deel van de gemeente.

Voorzieningen:
Inzet op versterking van de centrumfunctie van Emmen en behoud bestaande ruimtelijke structuur niet-commerciële voorzieningen. Bij natuurlijke wijzigingsmomenten inzetten op versterking van de kwaliteit en efficiënte bundeling.

Veiligheid:
Emmen wenst een gemeente te zijn waarin een ieder veilig woont. Hier tegenover staat dat Emmen dé industriestad van het Noorden is en in de toekomst een gemeente wil blijven waarin economie, bedrijvigheid en werkgelegenheid hoog in het vaandel staan. Voor risicovolle activiteiten is ruimte op bedrijventerreinen Bargermeer, de Vierslagen en A37. Buiten de zoekgebieden op de industrieterreinen Bargermeer, A37 en De Vierslagen mag geen nieuwvestiging BEVI inrichtingen plaatsvinden. Met uitzondering van LPG-tankstations hiervoor wordt per locatie een beoordeling gemaakt in het kader van de daarvoor te voeren planologische procedure conform het BEVI. Buiten de industrieterreinen staat de ambitie Veilig Wonen voorop. Hier heeft wonen de prioriteit boven (risicovolle) bedrijvigheid. Nieuwe ontwikkelingen in de vorm van (beperkt) kwetsbare objecten worden nadrukkelijk getoetst aan het aspect fysieke veiligheid. De vestiging van niet BEVI-inrichtingen (beperkt kwetsbare inrichtingen) vindt in principe buiten locatie 1 en 2 en buiten de PR=10-6 contouren plaats (uitzonderingen kunnen worden gevormd door branchegerelateerde inrichtingen),zie figuur 2.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010047-0702_0005.jpg"
Figuur 2-2: Zoekgebied BEVI-inrichtingen

rode contou r= Zoekgebied te vestigen BEVI- inrichtingen. De PR=10-6 contour dient binnen eigen inrichtingsgrens te blijven en dient binnen de PR=10-6 contour van het zoekgebied te blijven. Indien PR=10-6 contour niet binnen de eigen inrichtingsgrens te houden is mag hier op de locaties 1 en 2 (op industrieterrein Bargermeer) onder voorwaarden van worden afgeweken, mits rekening gehouden wordt met de beperking die dit oplevert voor de gevstigde niet-BEVI inrichtingen.

2.4.3 Masterplan Emmen Centrum 2020

Ten behoeve van de ontwikkelingen in het centrum is het visiedocument Masterplan Emmen Centrum 2020 (MEC 2020) opgesteld. Dit document geeft richting aan de visie van de gemeente op het centrumgebied van de toekomst. De ontwikkelingsvisie is gebaseerd op drie thema's, namelijk binnenstad, landschap en leisure. De binnenstad omdat meer stedelijkheid het duidelijkst zichtbaar is in de te maken keuzes voor het hart van het stedelijk centrum. Alle samenhangende activiteiten moeten leiden tot een compacte (op loopafstand bereikbare) en aantrekkelijke omgeving. Het landschap staat voor de essen en de bossen. Het idee van open groene stad moet weer leidraad zijn voor de toekomst. Leidraad voor een stad waar de landschappelijke elementen een plek krijgen en waarin openbare gebouwen in een parkachtige omgeving staan. Leisure vormt één van de steunpilaren van de toekomstige economie. Het is een verzamelterm voor zaken die te maken hebben met recreatie en vrije tijd. Het gaat daarbij om een prettige vorm van ontmoeting en beleving waarbij sprake moet zijn van een aangenaam verblijf en een aantrekkelijke openbare ruimte. Dat hierin een samenspel moet ontstaan met het Noorder Dierenpark ligt voor de hand.

2.4.4 Hoogbouwvisie

Emmen kan haar ambitie om te komen tot een meer stedelijk centrum in combinatie met haar motto 'Open Groene Stad' niet realiseren zonder hoogbouw. Om die reden is op 26 juni 2008 de hoogbouwvisie voor het Centrum van Emmen vastgesteld. In deze visie worden op hoofdlijnen verschillende locaties aangewezen waar hoogbouw gewenst is. In de hoogbouwvisie wordt een onderscheid gemaakt tussen L- gebieden en een tweetal XL- gebieden. De L- gebieden bestaan uit hoogbouw tussen de 25 en 50 meter die gesitueerd wordt op de hoogdynamische kruising van wegen. De XL- gebieden/ concentraties zullen bestaan uit hoogbouw variërend tussen de 50 en 80 meter. De nadere precisiering van de bouwhoogten vindt in een later stadium plaats en zal in samenhang met de omgeving plaatsvinden. Hierbij zal tevens gekeken worden naar de gewenste onderlinge interactie tussen de hoogbouw.


afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010047-0702_0006.png"

Figuur 2-3: L en XL- gebieden

De L- gebieden bevinden zich op de volgende locaties: Ermerweg/ Hondsrugweg/ Dordsestraat, Wilhelminastraat/ Dordsestraat, Dordsestraat/ spoorlijn, Kerkhoflaan/ spoorlijn, Kerkhoflaan/ Wilhelminastraat, Hondsrugweg/ Wenning (dit knooppunt vervalt binnen de visie gezien de directe nabijheid van een XL-gebied ter hoogte van het evenementenplein), Frieslandroute/ Hondsrugweg/ Weerdingerstraat (dit knooppunt wordt binnen de visie opgewaardeerd naar een XL-gebied), Weerdingerstraat/ Hoofdstraat/ Boslaan, Stationsstraat/ station, Hunenbaan/ spoorlijn.
De XL-gebieden bevinden zich in de binnenstad op de volgende locaties: Hondsrugweg/Evenementenplein en Hondsrugweg/Frieslandroute. In de toekomst bestaat de mogelijkheid een extra XL-concentratie te realiseren in de huidige dierentuin (ten oosten van de markt). Valt een hoogbouwinitiatief binnen een aangewezen locatie dan is bij de uitwerking van hoogbouw een ruimtelijk onderzoek vereist waarbij niet alleen de inpassing in de omgeving en het stadssilhouet worden nagegaan, maar ook andere meer technische aspecten zoals windhinder worden onderzocht. Dit wordt ook wel een Hoogbouw Effect Rapportage (HER) genoemd.

Het plangebied is gelegen in de invloedssfeer van een gebied dat is aangewezen als XL gebied, maar vooralsnog wordt hier geen invulling aan gegeven.

2.4.5 Ruimtelijke waardenkaart

De ruimtelijke waardenkaart belicht de cultuurhistorische en de landschappelijke waarden van het grondgebied van de gemeente Emmen. De kaart is opgesteld ten behoeve van het buitengebied, hierdoor ligt het accent op de waarden in buitengebied, maar komen de in het onderliggenden waarden in de kernen ook aan bod. De ruimtelijke waardenkaart biedt een beleidskader voor landschap en cultuurhistorie en vormt met de beleidsnota “Ruimtelijke Waardenkaart Emmen” de basis of 'onderlegger' voor het ruimtelijk beleid en beheer van de gemeente Emmen. Andere waarden zoals de aardkundige, archeologische, ecologische en hydrologische waarden evenals monumenten worden in dit document beschreven waar zij samenhang vertonen met het cultuurhistorisch gevormde landschap.
De ruimtelijke waardenkaart is een interne beleidskader, welke richting geeft aan de inrichting van een gebied. De ruimtelijke waardenkaart hangt samen met regelingen op de gebieden als flora- en faunabescherming, archeologie, monumenten. Vastgestelde waarden binnen deze gebieden vinden hun juridische bescherming binnen de specifieke wettelijke kaders. In de RWK zijn de waarden op deze gebieden dan ook niet “opnieuw” vastgesteld maar in woord en beeld met elkaar in verband gebracht.”

Ten aanzien van het bestemmingsplan Emmen, Willinkplein Zuid kan gesteld worden dat er geen relevante waarden in het plangebied aanwezig zijn.

2.4.6 Detailhandelbeleid

In het rapport "Ruimtelijk-economische ontwikkelingsvisie detailhandel, horeca en leisure" (Droogh Trommelen en Broekhuis), dat is vastgesteld in november 2001, is de toekomstige functie van Emmen centrum beschreven als regionaal winkelgebied, regionaal centrum voor horeca en leisure en bovenregionale attractie en uitvalsbasis voor toerisme en de regio.

Om de functie van Emmen te optimaliseren is het gewenst alle potentieel in combinatie bezochte publieksfuncties zoveel mogelijk te clusteren in een compact centrumgebied. Door zoveel mogelijk functies te clusteren kunnen aanbieders van elkaars aanwezigheid profiteren en kan synergie ontstaan. Gekozen is ook eventuele grootschalige initiatieven met toegevoegde waarde, in te passen in of aansluitend aan het centrumgebied.

Binnen de rapportage worden verschillende delen van het centrum benoemd die vanuit hun eigen potenties ontwikkeld kunnen worden. De locatie waar de ontwikkeling betrekking op heeft maakt onderdeel uit van het deelgebied Hondsrugweg. De Hondsrugweg wordt gezien als 'ruggengraat' die optimaal benut dient te worden als parkeerroute en ontsluiting van (nagenoeg) alle parkeervoorzieningen in het centrum. Het hele gebied tussen de Hondsrugweg en het kernwinkelgebied (tussen Noorderpassage en Van Schaikweg) biedt volop mogelijkheden voor herontwikkeling met nieuwe centrumfuncties, aansluitend op het kernwinkelgebied. Het is gewenst in dit gebied ook zoveel mogelijk kwalitatief goede parkeerplaatsen in te passen.

Ten aanzien van horeca wordt gesteld dat het gewenst is om verspreid over het kernwinkelgebied (Weiert, winkeldriehoek) enige winkelondersteunende horeca in te passen. Hierbij valt te denken aan daghoreca. Daar waar ruimte aanwezig is (pleinen, verbredingen) kunnen terrassen bijdragen in een aantrekkelijk verblijfsklimaat. Het is gewenst in de winkelstraten geen horeca toe te staan zonder dagfunctie: dit om 'blinde' gaten in het winkellint te voorkomen.

De ontwikkelingen binnen het bestemmingsplan Emmen, Willinkplein Zuid passen binnen het gestelde in deze visie.

2.4.7 Woonbeleid

Het gemeentelijk woonbeleid is vastgelegd in het 'Woonplan Emmen - Actualisatie 2005' dat in mei 2007 door de raad is vastgesteld. Het inzetten op een bevolkingsgroei tot 120.000 inwoners in 2020 plus de realisatie van de bijbehorende woningvoorraad zijn belangrijke uitgangspunten. Het woonplan bevat richtinggevende woningbouwkaders voor de verschillende kernen in de gemeente. De kern Emmen heeft de grootste bouwopgave voor zowel uitbreiding, inbreiding als herstructurering. Senioren zijn een belangrijke en groeiende doelgroep, die zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving moet kunnen wonen. Naast nieuwbouw en geschikt maken van bestaande woningen draagt de ontwikkeling van zorgsteunpunten op strategische plekken in wijken en dorpen bij aan de realisatie van deze doelstelling.
Dit gemeentelijk woonbeleid wordt op korte termijn herzien. De ontwikkelingen op de woningmarkt en de verwachte toekomstige bevolkingsontwikkeling (krimp en vergrijzing) maken dat bijstelling van het beleid nodig is. Er komt een groter accent te liggen op behoud en versterking van de kwaliteit van bestaande wijken en dorpen (inbreiding en herstructurering).

2.4.8 Verkeersbeleid

Op dit moment is van kracht het Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) uit 1999. Momenteel wordt dit herzien; in 2011 wordt het verkeersbeleid tot 2020 vastgelegd in de Mobiliteitsvisie. Uitgangspunt van het GVVP en ook de Mobiliteitsvisie is de inrichting van wegen volgens de Duurzaam veilig-principes. Concreet betekent dit dat in de wijken een 30 km/u-regiem voor auto's geldt, en op de zogenoemde stroomwegen 50 km/u.
Het openbaar vervoer - zowel bus als trein - valt onder verantwoordelijkheid van de provincie, c.q. het OV-Bureau Groningen-Drenthe. De gemeente draagt als belangrijke gesprekspartner bij aan een goede openbaar vervoer-bereikbaarheid van de stad, de wijken en dorpen. Het beleid is erop gericht het huidige bedieningsniveau te handhaven (bus) danwel te verbeteren (trein). De concessies met de busvervoerders Qbuzz en Arriva loopt af in december 2015, met mogelijk 2 jaar verlenging. Arriva neemt de treindienst over van NS in 2012; deze concessie loopt dan tot 2027.

2.4.9 Welstandsbeleid / beeldkwaliteitplan (zie welstandsnota)

Bouwwerken moeten voldoen aan "redelijke eisen van welstand". Een zogenaamde Welstandscommissie toetst aan vooraf vastgestelde criteria of bouwplannen hieraan voldoen. Het college van Burgemeester en wethouders heeft in 2004 een Welstandnota laten maken, waarin staat hoe bouwplannen worden getoetst. De gemeenteraad heeft de nota vastgesteld. De gemeente is in deze nota verdeeld in verschillende gebieden. Per gebied verschillen de eisen. Zo is er een verschil tussen de eisen voor het bouwen op een industrieterrein en het bouwen in een woonwijk/woonbuurt. Daarnaast zijn er standaard criteria opgesteld voor veel voorkomende lichtvergunningplichtige bouwwerken, zoals aanbouwen en uitbouwen bij woningen. Deze criteria worden loketcriteria genoemd. Voldoen bouwplannen in deze categorie aan de criteria, dan worden ze niet aan de welstandcommissie voorgelegd. Van tevoren is dus bekend welke welstandnormen voor een specifieke bouwlocatie of een specifiek bouwwerk gelden. Een bouwer of architect kan dus vooraf rekening houden met de toetsing door de welstandscommissie. De welstandsnota is inmiddels vernieuwd en op 16 december 2010 vastgesteld. Doel van de vernieuwing is om de vooraf gestelde criteria nog helderder te maken voor de gebruikers van de welstandsnota. Het plangebied Emmen, Willinkplein Zuid valt in de Welstandnota binnen het gebied met uitgebreide welstandstoetsing. Voor de welstandscriteria binnen dit gebied wordt verwezen naar de Welstandsnota.

2.4.10 Duurzaamheid

Emmen klimaatneutraal in 2020

De raad van de gemeente Emmen heeft op 28 juni 2007 geconstateerd dat een ambitieuzer klimaatbeleid nodig is en heeft het college van burgemeester en wethouders verzocht om voor het klimaatbeleid uit te gaan van een klimaatneutraal Emmen in 2020. In de lijn met de wens van de gemeenteraad heeft het college het Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 en het Noordelijk energieakkoord (mede) ondertekend. Daarnaast wil de gemeente in G27 verband werk maken van een duurzaam gebouwde omgeving.

Bovengenoemde ontwikkeling betekent voor de gemeente Emmen een intensivering van het huidige energie- en klimaatbeleid. Daarom is voor de noordelijke ontwikkeling binnen dit bestemmingsplan op 15 maart 2010, onder leiding van BuidDesk, een duurzaamheidsworkshop georganiseerd. Met name de thema's water, energie, ruimtegebruik en materiaalgebruik kregen hierbij de aandacht. Voor deze vier thema's zijn in het eindrapport van deze workshop haalbare en praktische maatregelen geformuleerd. Dit rapport zal te zijner tijd als inspiratiedocument aan de betreffende ontwikkelaar en architect overhandigd worden.