direct naar inhoud van 3.1 Archeologie en monumenten
Plan: Nieuw-Amsterdam, Erfscheidenweg 57
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010044-0701

3.1 Archeologie en monumenten

Per 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd ter uitvoering van het verdrag van Malta. Het verdrag vraagt om bescherming van het archeologisch bodemarchief tegen bodemverstoringen als gevolg van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De Monumentenwet verplicht gemeenten om bij het opstellen van nieuwe planologische regelingen rekening te houden met de te verwachten en de aanwezige archeologische waarden. Behoud van die waarden is het uitgangspunt.
Door de provincie Drenthe is nieuw aanvullend archeologiebeleid opgesteld. Op grond van dit beleid is geen archeologisch onderzoek vereist voor projecten waarbij minder dan 500m2 grond wordt verstoord en daarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd:

  • het gaat om het totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwblok van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen;
  • de vrijstelling geldt voor gebieden met een lage (alleen beekdalen), middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals aangegeven op de IKAW, tenzij binnen een afstand van 50 meter een AMK-terrein aanwezig is;
  • de vrijstelling niet geldt voor bekende vindplaatsen die op de AMK van Drenthe staat aangegeven; uitzondering hierop zijn de historische kernen die op de AMK staan aangegeven als 'terrein van hoge archeologische waarde'. Voor deze terreinen is een vrijstelling van 70 meter² mogelijk.

Archeologisch onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw van een bouwwerk met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd. Indien de provinciale ontheffingsbevoegdheid niet van toepassing is op de voorgenomen bodemverstoring moet door de veroorzaker een inventariserend archeologisch veldonderzoek wordt uitgevoerd. Dit onderzoek kan aangeven of het gebied vrij van archeologie is of dat er waarden zijn waar rekening mee dient worden gehouden. Totdat de Gemeente Emmen zelf onderbouwd archeologiebeleid heeft vastgesteld, is het provinciaal beleid van toepassing en verwoord in de regels.

Aangezien het plan het bouwen van een loods van meer dan 500 m2, te weten 1250 m2 behelst en sprake is van een hoge archeologische trefkans, is er een archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Uit het rapport van de Grontmij, d.d. 3 februari 2010, blijken de volgende conclusies; Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied relatief hooggelegen is, waardoor er vondsten uit het Laat Paleolithicum tot en met het Mesolithicum konden worden aangetroffen. Van latere periodes is dat niet reëel vanwege de moerasvorming en het feit dat er geen recente bewoning aanwezig is geweest.

Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied bestaat uit verstoorde podzolbodems. Een enkele boring betrof wel een intacte B-horizont. Geconcludeerd kan worden dat er geen archeologische vondsten zijn gedaan. Naast de aanbeveling om geen nader onderzoek uit te laten voeren vanwege het grotendeels ontbreken van een intacte bodemopbouw en het ontbreken van archeologische indicatoren, kan ook geconcludeerd worden dat de locatie bebouwd kan worden.