direct naar inhoud van 3.5 Waterparagraaf
Plan: Weiteveen, woning Kerkenweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010043-0701

3.5 Waterparagraaf

In deze waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem voor het plangebied van het bestemmingsplan Weiteveen, woning Kerkenweg is ingericht, welke fysieke omstandigheden voor het gebied gelden en of speciale functies voor het plangebied gelden. Naast een beschrijving van de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de stedelijke wateropgave heeft het het wateradvies van het waterschap een duidelijke plaats gekregen. De tekst in deze paragraaf is een uittreksel van de watertoets zoals deze is verzonden naar het waterschap. Voor een volledige weergave van de watertoets wordt verwezen naar de watertoest die als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd.

3.5.1 Waterhuishouding

Bestemmingsplan Weiteveen, woning Kerkenweg ligt in het stroomgebied Rijn-Oost en valt onder het beheersgebied van het waterschap Velt en Vecht. Het waterbeleid voor dit gebied is vastgelegd in het Watersysteemplan en in het waterplan van de gemeente Emmen.

Het plan ligt in een gebied dat op de kaart is aangemerkt als kwetsbaar water en milieubeschermingsgebied, hier zijn dan ook voorwaarden aan verbonden. Voor kwetsbaar water betekent dit om emissies van verontreiniging naar grond- en oppervlaktewater terug te dringen. Voor het milieubeschermingsgebied betekent dit het beschermen en verbeteren van de aanwezige milieukwaliteiten. Het waterschap volgt voor het milieubeschermingsgebied het provinciale beleid.
Het plan ligt in het beheersgebied van waterschap Velt en Vecht en ligt binnen het stroomgebied Rijn-Oost. De maaiveldhoogte varieert van 14,5 m + NAP tot 18 m + NAP. Ten zuiden en ten oosten van het plangebied ligt het Bargerveen, in dit gebied is de waterhuishouding ingericht op (natte) natuur. Het maaiveld in dit veengebied ligt hoger dan het Maaiveld in de kern Weiteveen. Voor het Bargerveen wordt een gewenst Grond en oppervlaktewaterregime (GGOR) opgesteld. Dit maakt de waterhuishouding voor de kern Weiteveen complex. De optimale Grond- en oppervlaktewatertoestand voor bebouwd gebied wijkt sterk af van de optimale Grond- en oppervlaktewatertoestand voor hoogveen. Uitgangspunt is dat de situatie niet mag verslechteren in de kern Weiteveen. De grondwaterstand wordt gemonitord om dit uitgangspunt te toetsen.

3.5.1.1 Stedelijke wateropgave

In het kader van het verkennend onderzoek naar de stedelijke wateropgave is voor Emmen de conclusie dat de wateropgaaf ca. 26.000 m3 is. Deze wateropgaaf is bedoeld om de verwachtte extra neerslag door veranderende klimatologische omstandigheden te kunnen bergen in het eigen watersysteem van het gebied. Hierdoor wordt extra belasting van het hoofdafvoersysteem voorkomen (vasthouden-bergen-afvoeren). De wateropgaaf is berekend voor de situatie met een overschrijdingsfrequentie van 1 keer per 100 jaar, waarbij rekening is gehouden met 10 % extra neerslag, om de gevolgen van klimaatverandering in beeld te brengen.In het kader van het Lokaal Bestuursakkoord Waterbeheer zijn afspraken gemaakt om zowel de huidige als de toekomstige waterbergingsbehoefte gezamenlijk uit te werken.

3.5.1.2 Riolering

Naast het inzamelen en afvoeren van afvalwater heeft het rioolstelsel een belangrijke functie in de afwatering van de verharde oppervlakken in het plangebied. In een gemengd rioolstelsel worden afvalwater en regenwater 'gemengd' en vervolgens gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuivering. Tijdens perioden met meer neerslag kan het voorkomen dat de rioolberging geheel gevuld raakt en zal rioolwater via de riooloverstorten naar het oppervlaktewater stromen. Een gescheiden rioolstelsel houdt afvalwater en regenwater gescheiden. Afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering, regenwater wordt rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd.
In Weiteveen ligt een gemengd stelsel. Op een aantal plaatsen is afgekoppeld en ligt een gescheiden stelsel. Om de kwaliteit van het water te waarborgen wordt bij nieuwe bouwprojecten gestimuleerd om niet uitlogende materialen te gebruiken.

Bij het waterschap geniet het bovengronds afkoppelen van hemelwater en op eigen perceel infiltreren de voorkeur. Het is wenselijk dat er geen gebruik gemaakt wordt van uitlogende (bouw)materialen.

3.5.1.3 Nieuwbouw en waterkwaliteit en -kwantiteit

Bij nieuwe ontwikkelingen mag het regenwater niet worden geloosd op het riool. Het dient ter plaatse te worden geïnfiltreerd of (via een bodempassage) te worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Vanwege de plaatselijk voorkomende slecht doorlatende lagen is het nodig bij infiltratie goed onderzoek te doen naar de opbouw van de ondergrond om grondwateroverlast te voorkomen. Bij de afwatering van het perceel moet daarmee rekening worden gehouden. Dat geldt ook voor het bouwpeil (vloerpeil) van de bebouwing. Het aanwezige oppervlaktewater mag niet vervuild raken door de agrarische activiteit of door de bouwactiviteiten. Het afstromende regenwater moet zo schoon mogelijk blijven. Bij nieuwbouw moet specifiek rekening worden gehouden met de ontwateringsdiepte in relatie tot het vloerpeil. Vloeren moeten grondwaterbestendig zijn en in bepaalde situaties(in overleg met het waterschap) heeft het de voorkeur kruipruimteloos te bouwen.

3.5.2 Wateradvies waterschap

Gemeente Emmen heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Op 16 juli 2010 is de watertoets aangevraagd. Hierdoor heeft het waterschap de gemeente goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding.
Het concept - ontwerpbestemmingsplan is voor overleg aan het waterschap voorgelegd.
Gelet op het advies van het waterschap, worden gebieden die kansrijk zijn voor infiltratie van hemelwater, zoals parkeerplaatsen en groenvoorzieningen, mede bestemd voor waterhuishoudkundige voorzieningen. Daarnaast wordt het bestaande oppervlaktewater specifiek bestemd als water.