direct naar inhoud van 3.4 Milieu
Plan: Emmen, Emmerdennen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010041-0701

3.4 Milieu

3.4.1 Bedrijven en milieuzonering

Vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt de bedrijvigheid in het plangebied een goede afstemming met de andere, in de omgeving aanwezige functies. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is in het plangebied een inventarisatie geweest van de aanwezige bedrijven en nagedacht over de bedrijfsactiviteiten die toelaatbaar zijn in het plangebied. Geconstateerd is dat binnen het plangebied geen bedrijven voorkomen. Wel is bij de woning aan de Oude Roswinkelerweg 118 een mogelijkheid voor kleinschalig kamperen en staat er een recreatie woning. Deze activiteiten zijn ruimtelijk passend in de omgeving. Het bestemmingsplan kent geen mogelijkheid voor nieuwvestiging.

3.4.2 Vormvrije m.e.r.

In voorliggend bestemmingsplan Emmen, Emmerdennen komen geen activiteiten voor die voorkomen op de D-lijst van het Besluit m.e.r.. Vanwege de afwezigheid van die activiteit(en) hoeft geen vormvrije m.e.r. -beoordeling plaats te vinden.

3.4.3 Bodem

De aanwezigheid van bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor het gebruik van de locatie. Niet alleen kan dit betekenen dat op het perceel gebruiksbeperkingen liggen. Ook kan het zo zijn dat de bodemverontreiniging de bestemming van de locatie in de weg staat. Het nemen van saneringsmaatregelen of het verwijderen van de bodemverontreiniging kan deze belemmering weer opheffen.
Binnen de gemeente Emmen wordt op vele manieren grond hergebruikt en toegepast. Al het hergebruik en toepassen van grond dient te worden gemeld bij de gemeente Emmen. Het uitgangspunt hierbij is dat bij de melding een milieuhygiënische verklaring wordt overlegd om te bepalen wat de kwaliteit van de grond is. Om grondverzet makkelijker te maken zonder milieuhygiënische verklaring heeft de gemeente Emmen hiervoor in februari 2007, op basis van de Vrijstellingsregeling grondverzet, een bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart vastgesteld met een geldigheid van 5 jaar.

Grond afkomstig van een locatie, welke als niet verdacht wordt beschouwd van bodemverontreiniging, kan op basis van de bodemkwaliteitskaart worden hergebruikt of toegepast. Dit geldt alleen voor grond binnen de gemeente Emmen. Indien men grond van buiten de gemeentegrens wil toepassen dan dient bij de grond bodemkwaliteitsgegevens op basis van een AP-04 onderzoek aanwezig te zijn.

Om zorg te dragen dat de bodemkwaliteit in het gebied niet verslechterd heeft de bodemkwaliteitskaart verschillende bodemkwaliteitszones. De bodemkwaliteitskaart kent acht verschillende bodemkwaliteitszones, namelijk Wonen voor 1967, Wonen 1967-1985, Wonen na 1985, Industrie, Glastuinbouw, Natuur, Buitengebied en Gemeentelijke wegbermen. Het is niet zo maar mogelijk om grond van de ene bodemkwaliteitszone op een andere bodemkwaliteitszone toe te passen. Om de afzetmogelijkheden van de grond van de verschillende zones inzichtelijk te maken is de tabel 'Mogelijkheden hergebruik van grond als bodem tussen bodemkwaliteitszones' opgesteld. De bodemkwaliteitskaart en de tabel 'Mogelijkheden hergebruik van grond als bodem tussen de bodemkwaliteitszones' zijn te vinden op de internetsite van de gemeente Emmen.
Vanaf 1 juli 2008 geldt het Besluit bodemkwaliteit als nieuw beleidskader voor het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen. In het Besluit bodemkwaliteit zijn landelijke referentiewaarden voor bodembeheer en grondverzet opgenomen, dit wordt het generieke beleid genoemd. Voor sommige gemeenten zal het generieke beleid kunnen leiden tot minder grondverzet als gevolg van te hoge lokale waarden in de bodem. Voor deze gemeenten is, in het gebiedspecifieke beleid, mogelijk om de verhoogde lokale waarden te gebruiken om grondverzet mogelijk te maken in de daarvoor aangewezen gebieden. Verder kent het Besluit bodemkwaliteit speciale kaders voor het verspreiden van baggerspecie en het toepassen van grote hoeveelheden verontreinigde grond (grootschalige toepassing).
In het Besluit bodemkwaliteit wordt een overgangsregeling benoemd, wat inhoudt dat gemeenten die hun bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart op basis van de Vrijstellingsregeling grondverzet hebben vastgesteld gebruik kunnen maken van de overgangsregeling. De gemeente Emmen is één van deze gemeenten en kan tot medio 2011 gebruik maken van deze regeling. Hiervoor gebruikt de gemeente het bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart die is ontstaan op basis van de Vrijstellingsregeling grondverzet. De gemeente Emmen is thans bezig haar grondstromenbeleid te actualiseren. Voor de actuele stand van zaken betreffende grondstromen kunt u inlichtingen vragen bij de gemeente Emmen.

3.4.3.1 Algemeen

De Emmerdennen zijn gesitueerd in het noordelijk zandgebied (Berendsen 2005). Dit zandgebied omvat de provincie Drenthe en een deel van de provincies Overijssel, Friesland en Groningen. Het bestaat grotendeels uit een keileemplateau (Formatie van Drenthe), dat ligt tussen twee reeksen van lage stuwwallen, die stammen uit het Saalien (derde ijstijd, ca. 236.000-126.000 v. Chr.). De Emmerdennen liggen globaal op 21,50 m + NAP (bron: www.AHN.nl). Het keileemplateau wordt aan de oostkant begrensd door het NW-ZO georiënteerde oerstroomdal van de Hunze, dat grotendeels is opgevuld met dekzand. In het Weichselien (vierde ijstijd, ca. 114.000-9.500 v. Chr.) is op het keileempakket een dekzandpakket afgezet (Formatie van Twente). De Emmerdennen bestaan volgens de geomorfologische kaart (zie bijlage 1; geomorfologische kaart) uit hoge en lage landduinen met bijbehorende vlakten en laagten (12C2 en 4L8). Bodemvorming heeft in deze afzetting nog (vrijwel) niet plaatsgehad (De Mulder et al. 2003). Verder liggen er in de Emmerdennen enkele laagtes zonder randwal (3N5). Volgens de Bodemkaart (kaartblad 17 Oost, Emmen, zie bijlage 2) bevinden zich in de Emmerdennen vlak- en duinvaaggronden in leemarm en zwak lemig fijn zand (respectievelijk Zn21x en Zd21). Het keileempakket bevindt zich op een diepte tussen 40 cm en 120 beneden het maaiveld en het een minimale dikte van 20 cm. De oppervlakte bestaat uit podzolgronden met grondwatertrappen V tot en met VII (ghg <40 cm-mv tot glg 120 cm-mv).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010041-0701_0006.png"

3.4.3.2 Historisch bodemonderzoek en grondgebruik

Gelet op de diversiteit aan bodemverontreiniging en de mogelijke functies van een perceel, is het niet mogelijk een complete lijst met locaties en beperkingen op te nemen bij dit bestemmingsplan. Bij locaties waarvan de bodemkwaliteitsgegevens niet meer actueel zijn (ouder dan vijf jaar) of niet bekend zijn, zal bij verdere nieuw- en/of verbouwplannen door middel van een verkennend bodemonderzoek de actuele bodemkwaliteit opnieuw moeten worden vastgesteld.
In het kader van het landsdekkend Beeld van de bodemkwaliteit zijn potentieel verdachte locaties in het plangebied in beeld gebracht. Dit zijn locaties waar op grond van de activiteit uit het verleden wordt vermoed dat mogelijk sprake is van bodemverontreiniging.
Bij de gemeente Emmen is in het plangebied Emmen, Emmerdennen een locatie(s) bekend waar een matige en/of sterke verontreiniging is geconstateerd te weten Boslaan 21. Voor actuele informatie over bodemverontreiniging dient altijd contact te worden opgenomen met de gemeente Emmen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010041-0701_0007.png"

3.4.4 Geluid

Regels ten aanzien van geluidhinder zijn vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). Het doel van de Wet geluidhinder is tweeledig. Enerzijds de bescherming van het milieu en anderzijds de bescherming van de volksgezondheid. Bepalend is steeds de situering van geluidsbronnen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. De Wgh gaat uit van zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Binnen dergelijke zones zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan indien de geluidsbelasting op de buitengevel onder of hoogstens gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan indien maatregelen om de geluidsbelasting op de buitengevels te beperken niet mogelijk zijn of onvoldoende helpen en indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
In de bestaande situatie zijn er geen toevoegingen van nieuwe geluidsbronnen. Huidige situatie zorgt met name aan de randen van het plangebied voor hoge geluidbelasting t.g.v. wegverkeer, industrielawaai. Binnen het plangebied zijn effecten van de volgende geluidsbronnen aanwezig:

  • 1. Wegverkeerslawaai
  • 2. Industrielawaai
3.4.4.1 Geluidsbronnen in en nabij het plangebied

Voor het plangebied Emmen, Emmerdennen geldt dat in de bestaande situatie sprake is van een geluidbelasting t.g.v. wegverkeer en industrielawaai. Deze geluidsbelasting heeft geen gevolgen op de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan kent.

3.4.4.2 Wegverkeerslawaai

Het bosgebied wordt doorsneden door de Boemarkeweg, de Boslaan en de Houtweg. Genoemde wegen zijn allen doorgaande wegen met een maximumsnelheid van 50 km/h. In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg een (geluids)zone heeft (art.74 Wgh), met uitzondering van de wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied of wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Dus wegen met een (geluids)zone zijn wegen met een maximumsnelheid van 50 km/u en hoger. Binnen deze zone, die op te vatten is als de mogelijke invloedssfeer van de weg, mag de geluidbelasting aan woningen en andere geluidsgevoelige objecten, die door die weg veroorzaakt wordt, de in de Wgh vastgelegde voorkeursgrenswaarden van 48 dB (Lden) niet te boven gaan. Indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de in de Wgh vastgelegde voorkeursgrenswaarden van 48 dB (Lden) wordt overschreden dan is het mogelijk om ontheffing van de voorkeursgrenswaarden aan te vragen bij het college van burgemeester en wethouders.

Het plangebied kent verder 1 weg waar een maximumsnelheid van 80km/h mag worden gereden te weten de Oude Roswinkelerweg. Deze weg heeft op basis van de Wet geluidhinder (art. 74) een geluidszone van 200 m (binnen-stedelijk gebied) aan weerszijden van de weg. Dit heeft tot gevolg dat de woningen langs de Oude Roswinkelerweg binnen deze zone vallen. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen deze geluidszone dient akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden om te bepalen of de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden.

3.4.4.3 Industrielawaai

Een klein puntje van het zuidelijke deel van het plangebied Emmen, Emmerdennen ter hoogte van het ziekenhuis ligt binnen de invloedssfeer van het industrieterrein Bargermeer. In 1989 is een zone als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld rondom het industrieterrein. Voor de woningen die in de geluidzone liggen heeft de Minister van Vrom in 1999 de hoogste toelaatbare geluidsbelastingen (MTG) vanwege het industrieterrein vastgesteld variërend van 55 tot 60 dB(A). Het college van burgemeester en wethouders zorgt door geluidbeheer van het industrieterrein dat deze MTG's niet overschreden worden. Omdat binnen de geluidszone gelegen over de Emmerdennen geen bouwmogelijkheden worden toegestaan heeft de zone geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4.5 Lucht

De Wet luchtkwaliteit heeft als doel om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging tegen te gaan. Anderzijds geeft de wet mogelijkheden voor het creëren van ruimtelijke ontwikkelingen.
De Wet luchtkwaliteit introduceert het onderscheid tussen 'kleine' en 'grote' projecten. Kleine projecten dragen 'niet in betekende mate' (NIBM) bij aan de luchtkwaliteit. Grote projecten zoals bedrijventerreinen of infrastructuur dragen juist wel bij 'in betekende mate' aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het begrip 'in betekende mate' doelt op een bepaalde norm van fijn stof en stikstofdioxide welke bij overschrijding een negatief effect hebben op de luchtkwaliteit.
Eveneens een belangrijk onderdeel van het instrumentarium is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Binnen het NSL werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren.
In de Wet Milieubeheer is indirect een koppeling gelegd met ruimtelijke plannen. Deze koppeling houdt in dat bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen, waaronder het bestemmingsplan, de luchtkwaliteit moet worden betrokken in de afwegingen. In de Wet Milieubeheer zijn grenswaarden opgenomen welke het niveau aangeven van de buitenluchtkwaliteit dat op een bepaald moment zoveel mogelijk moet zijn bereikt of in stand moet worden gehouden.
Om te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarin grenswaarden worden overschreden of bestaande overschrijdingen toenemen, moet bij het opstellen van ruimtelijke plannen getoetst worden aan de grenswaarden. Een eventuele toename of overschrijding van deze waarden kan als consequentie hebben dat bepaalde nieuwe ontwikkelingen niet mogelijk zijn.

3.4.5.1 Algemeen beeld luchtkwaliteit plangebied

Omdat er geen significante ontwikkelingen in het plangebied of rondom het plangebied gepland zijn, zal de concentratie van de NOx en fijnstof niet veranderen. Hierdoor betekent de luchtkwaliteit geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.