direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Erica, Ensingwijk ZZ 41
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010037-0701

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. Deze nota stelt 'ruimte voor ontwikkeling' centraal en gaat uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Het accent verschuift van 'toelatingsplanologie' naar 'ontwikkelingsplanologie'.

Doelstelling

De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen waarin een duidelijk onderscheid is gemaakt tussen rijksverantwoordelijkheden en die van anderen. Hiermee keert het kabinet terug naar de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk rijksbeleid en verschuift het accent van 'ordening' naar 'ontwikkeling'. De Nota Ruimte richt zich op de belangen en verantwoordelijkheden waar het rijk voor staat en op de doelen die het daarbij hanteert.

Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op:

  • 1. Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • 2. Bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • 3. Borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • 4. Borging van de veiligheid.

Vooral punt 2, de bevordering van een vitaal platteland, is van toepassing bij de vraag in hoeverre melkveehouderijen ingepast kunnen- en moeten worden in het landelijke gebied.

Ontwikkeling binnen landelijk gebied

In de landelijke gebieden van Nederland vraagt een aantal ontwikkelingen om een adequaat, deels ruimtelijk, antwoord. Zo neemt het aantal agrarische bedrijven af door onder meer de vermindering van de productieondersteuning die past bij het streven naar een verdergaande liberalisering van de wereldmarkt. Een aanzienlijk aantal bedrijfsgebouwen komt naar verwachting leeg te staan en de leefbaarheid en vitaliteit van verschillende gebieden neemt af. De 'blijvende' bedrijven zullen doorgroeien, zich naar verwachting organiseren in robuuste agrarische en agrofoodcomplexen of hun economische activiteiten verbreden. In combinatie met de consequenties van klimaatsverandering en de daling van de bodem zijn deze ontwikkelingen van grote invloed op het ruimtegebruik, water- en bodembeheer en de ecologische en landschappelijke ontwikkeling in grote delen van Nederland. Het kabinet houdt rekening met van de grote veranderingen die grote delen van Nederland te wachten staan en creƫert in de Nota Ruimte de ruimtelijke voorwaarden voor een vitaal platteland. Het gaat er daarbij om de middelen en de inzet enerzijds te richten op een vernieuwd sociaaleconomisch draagvlak met behoud van de sociaal-culturele identiteit en anderzijds gericht bij te dragen aan kwaliteitsborging en -verbetering van de groene ruimte (water, natuur, toerisme, recreatie en landschapsontwikkeling). Belangrijk is dat iedereen kan meedoen om een goede toekomst van het platteland te garanderen.

Grondgebonden landbouw

De grondgebonden landbouw is een belangrijke economische- en landschappelijke drager van het landelijk gebied. De formulering van ruimtelijk beleid voor de grondgebonden landbouw en van de bijbehorende regels voor het grondgebruik, is een verantwoordelijkheid van provincies en gemeenten. Van provincies wordt verwacht dat zij sturing geven aan de ontwikkeling van de grondgebonden landbouw, en daarbij rekening houden met de eisen die de wereldmarkt stelt aan landbouwbedrijven en met de wens van landbouwbedrijven om hun bedrijfsvoering te verbreden.