direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Emmen, De Verbinding
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010017-0701

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. pleinen, met inbegrip van markten en evenementen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten;
  • b. een gebouw ten behoeve van detailhandel en/of horeca tot en met categorie 5, met uitzondering van supermarkten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - detailhandel en/of horeca'
  • c. een gebouw ten behoeve van de verbinding van de gebouwen van het naastgelegen gemeentehuis, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verbinding';
  • d. een (ondergrondse) parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • e. een traverse, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - traverse';
  • f. een (overdekte) weg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - overdekte weg', waarbij wordt gestreefd naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;
  • g. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. kantoren ten behoeve van de parkeergarage;
    • 2. detailhandel;
    • 3. dienstverlening; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - pleinobject';
  • h. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. de ventilatie/ontvluchting van de in sub f. genoemde (overdekte) weg;
    • 2. de toegang tot de ondergrondse parkeergarage;

en mede bestemd voor:

  • i. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten vanwege een industrieterrein, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • j. de bescherming van de grondwaterwinning, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  • k. bushaltes en taxistandplaatsen;

met bijbehorende:

  • l. andere bouwwerken;
  • m. kunstwerken en waterwerken;
  • n. sport- en speelgelegenheden;
  • o. fiets- en voetpaden;
  • p. toegangswegen in- en uitritten;
  • q. ontsluitingswegen;
  • r. parkeervoorzieningen;
  • s. groenvoorzieningen;
  • t. geluidswerende voorzieningen;
  • u. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • er dient rekening te worden gehouden met de randvoorwaarden en uitgangspunten met het oog op ruimtelijke kwaliteit, zoals verwoord in paragraaf 5.2 van de toelichting van dit bestemmingsplan.

3.2.2 Gebouw genoemd in lid 3.1. sub b

Voor het bouwen van het in lid 3.1 sub b. genoemde gebouw gelden de volgende regels:

  • a. het gebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -detailhandel en/of horeca' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van een gebouw maximaal de aangegeven hoogte bedragen.

3.2.3 Gebouw genoemd in lid 3.1 sub c

Voor het bouwen van het in lid 3.1 sub c. genoemde gebouw gelden de volgende regels:

  • a. het gebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verbinding' worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 12 m bedragen.

3.2.4 Gebouw genoemd in lid 3.1 sub g

Voor het bouwen van het in lid 3.1 sub g. genoemde gebouw gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag maximaal 650 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 8 m bedragen.

3.2.5 Gebouwen genoemd in lid 3.1 sub h

Voor het bouwen van het in lid 3.1 sub h. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag maximaal 90 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 3 m bedragen.

3.2.6 Parkeergarage

Voor het bouwen van parkeergarages gelden de volgende regels:

  • a. een parkeergarage mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • b. een parkeergarage mag uitsluitend ondergronds worden gebouwd.

3.2.7 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. luifels/ overkappingen aan het gebouw mogen maximaal 8 m uitsteken;
  • b. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs de openbare weg mag maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige erf-en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, mag maximaal 10 m bedragen en maximaal 50 m² vloeroppervlak beslaan.

3.3 Nadere eisen
3.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. cultuurhistorie;
  • c. verkeersveiligheid;
  • d. sociale veiligheid;
  • e. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • f. milieusituatie;
  • g. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. lid 3.2.2 sub a in die zin dat het gebouw buiten het gebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - detailhandel en/of horeca' mag worden gebouwd;
  • b. lid 3.2.2 sub b, lid 3.2.3 sub b, lid 3.2.4 sub b en/of lid 3.2.5 sub b in die zin dat de maximale bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot;
  • c. lid 3.2.7 sub d in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot;
  • d. lid 3.2.7 sub d in die zin dat de oppervlakte van andere bouwwerken wordt vergroot.

3.4.2 Afwegingskader

De toepassing van de in lid 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning is beperkt tot die gevallen, waarbij het functioneren van in de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet wordt aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - overdekte weg' ten behoeve van een aaneengesloten overdekt deel langer dan 250 m;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen door binnen de bestemming 'Gemengd' een gebouw ten behoeve van de functies kantoor, wonen, dienstverlening toe te staan, mits:

  • a. de bouwhoogte van het gebouw maximaal 20 m bedraagt;
  • b. de oppervlakte van het gebouw maximaal 1.500 m² bedraagt;
  • c. rekening wordt gehouden met de randvoorwaarden en uitgangspunten met het oog op ruimtelijke kwaliteit, zoals verwoord in paragraaf 5.2 van de toelichting van dit bestemmingsplan;
  • d. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een hogere grenswaarde;
  • e. een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving;
  • f. voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap en de Waterleidingmaatschappij Drenthe.

3.6.2 Afwegingskader

De wijziging dient het functioneren van omliggende bestemmingen niet aan te tasten. In de afweging om conform artikel het bestemmingsplan te wijzigen dient in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, milieusituatie, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, water, verkeer(sveiligheid), agrarische belangen, ruimtelijke en landschappelijke inpassing, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht te worden genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad kan de wijziging niet plaatsvinden.