direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Emmen, Angelslo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010008-0701

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, veelzijdigheid troef

De structuurvisie Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef, is op 24 september 2009 vastgesteld. Het document is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities gesteld in de Strategienota Emmen 2020, vastgesteld Raad, september 2001. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. Tevens dient de structuurvisie om bedrijven, instellingen en andere overheden te stimuleren om passende, gewenste activiteiten en investeringen te doen die aansluiten op de weergegeven ambities en ruimtelijke mogelijkheden. In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald deze zijn als volgt:

Landschap:
Versterken van het landschap door in te zetten op bebossing van de Hondsrug, het vrijwaren van de steilrand, het koesteren van de openheid, de herkenbaarheid van de kanalenstructuur te vergroten, de beekdalen te herstellen en het gebruik van de essen te vergroten.

Duurzaamheid:
Het benoemen van het uitgebreide kanalenstelsel en de beekdalen voor de berging van water. Specifiek betreft het hier de Buma Marchienawijk/ Sleenerstroom en het Schoonebeekerdiep. Het herstel van de beekdalen combineert de verbetering van de waterkwaliteit met noodberging, alsmede versterking van het landschap. Een tweetal gebieden is benoemd als mogelijk zoekgebied. De term 'mogelijk zoekgebied' betekent dat deze relatief onbebouwde gebieden een mogelijke toekomstige geschiktheid kennen voor de berging van water. Deze geschiktheid dient behouden te blijven, maar is alleen nodig indien scenario's met een verdergaande klimaatverandering hiertoe aanleiding geven.

Verkeer:
Voor de externe bereikbaarheid wordt ingezet op verdubbeling van de N34 (Emmen-Zuid tot Emmen-centrum) en de N862 en optimalisering van het spoor naar Zwolle en Twente.
Interne bereikbaarheid: opwaarderen van de Rondweg door de stroomfunctie te verbeteren en onderzoek doen naar de verbeteropties van de Hondsrugweg.

Werken:
Naast de geplande uitbreidingen tot 2015 zijn geen nieuwe uitbreiding van bedrijventerreinen. Voor woonwerkcombinaties is behalve op de Meerdijk op termijn ruimte langs de as naar Nieuw Amsterdam, op Pollux IV en in Emmer-Compascuum (mits passend binnen de milieucontouren). Voor kantoren en zorg ('cure') wordt aangesloten op bestaande plannen en locaties. Ingezet wordt op een verknoping van nieuwe en aanwezige leisurevoorzieningen. Voor wat betreft glastuinbouw vindt inzet plaats op herstructurering van oudere delen. Omstreeks 2012 wordt de ruimtevraag naar glastuinbouw opnieuw in beeld gebracht. Daarbij past ook bezinning op mogelijk andere functies in het Rundedal. Tenslotte de koers voor de landbouw: schaalvergroting in landbouwgebieden (zone 1 en 2 uit het POP) mogelijk maken in aansluiting op het landschap. Daar waar de landbouw in de knel komt wordt ingezet op altenatieven.

Wonen:
Vanuit de structuurvisie vindt aansluiting plaats op het bestaande bouwprogramma (zie ook woonplan). Voor fase 2 en 3 van de Delftlanden vindt een verbijzondering plaats en wordt gericht op meer landelijke en dorpse woonmilies. Naast een kwaliteitsimpuls van de bestaande woningen wordt ingezet op op wervende woonmilieus, te weten: water/lintwonen tussen Barger- en Emmer Compascuum, boswonen op de Hondsrug en erfwonen in het zuidelijk deel van de gemeente.

Voorzieningen:
Inzet op versterking van de centrumfunctie van Emmen en behoud bestaande ruimtelijke structuur niet-commerciële voorzieningen. Bij natuurlijke wijzigingsmomenten inzetten op versterking van de kwaliteit en efficiënte bundeling.

Veiligheid:
Emmen wenst een gemeente te zijn waarin een ieder veilig woont. Hier tegenover staat dat Emmen dé industriestad van het Noorden is en in de toekomst een gemeente wil blijven waarin economie, bedrijvigheid en werkgelegenheid hoog in het vaandel staan. Voor risicovolle activiteiten is ruimte op bedrijventerreinen Bargermeer, de Vierslagen en A37. Buiten de zoekgebieden op de industrieterreinen Bargermeer, A37 en De Vierslagen mag geen nieuwvestiging BEVI inrichtingen plaatsvinden. Met uitzondering van LPG-tankstations. Hiervoor wordt per locatie een beoordeling gemaakt in het kader van de daarvoor te voeren planologische procedure (conform het BEVI). Buiten de industrieterreinen staat de ambitie Veilig Wonen voorop. Hier heeft wonen de prioriteit boven (risicovolle) bedrijvigheid. Nieuwe ontwikkelingen in de vorm van (beperkt) kwetsbare objecten worden nadrukkelijk getoetst aan het aspect fysieke veiligheid. De vestiging van niet BEVI-inrichtingen kunnen in principe plaatsvinden buiten locatie 1 en 2 (uitzonderingen kunnen worden gevormd door branchegerelateerde inrichtingen), zie figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010008-0701_0003.jpg"
Figuur 2.1: Zoekgebied BEVI-inrichtingen

rode contou r= Zoekgebied te vestigen BEVI- inrichtingen. De PR=10 -6 contour dient binnen eigen inrichtings-grens te blijven en dient binnen de PR=10-6 contour van het zoekgebied te blijven. Indien PR=10 -6 contour niet binnen de eigen inrichtingsgrens te houden is mag hier op de locaties 1 en 2 (op industrieterrein Bargermeer) onder voorwaarden van worden afgeweken, mits rekening gehouden wordt met de beperking die dit oplevert voor de gevstigde niet-BEVI inrichtingen.

2.2.2 Ruimtelijke waardenkaart

De gemeente heeft door Bosch Slabbers de Ruimtelijke Waardenkaart Emmen (december 2008) laten opstellen. Deze waardenkaart belicht de aardkundige, de archeologische, de cultuurhistorische en de landschappelijke waarden van het grondgebied van de gemeente Emmen. De waardenkaart vormt ook een van de onderleggers voor het (in voorbereiding zijnde) bestemmingsplan Buitengebied. Daarnaast reikt de kaart concrete handvatten aan voor de ontwikkeling van het landschap. Aangegeven is met welke aspecten in de planvorming rekening dient te worden gehouden. Voor het plangebied heeft dit geen consequenties.

2.2.3 Masterplan

Op 24 mei 2007 heeft de gemeenteraad het Masterplan Angelslo vastgesteld (Emmen Revisited/De Nijl Architecten). De aanleiding voor het opstellen van dit masterplan is dat Angelslo langzamerhand veroudert. Een toekomstperspectief is nodig om de wijk vitaal en de woonkwaliteit op peil te houden, met behoud van cultuurhistorische waarden. Het masterplan biedt daarom een ruimtelijke ontwikkelingsstrategie, uitgaande van het actuele programma, de gewenste kwaliteit en de bijzondere stedenbouwkundige opzet van de wijk. In hoofdstuk 4 en 5 wordt ingegaan op de relatie tussen het masterplan en dit bestemmingsplan.

2.2.4 Hoogbouwvisie

De gemeente heeft de Hoogbouwvisie opgesteld (september 2007) om de ambitie voor de kern Emmen, om te komen tot een meer stedelijk centrum, te kunnen waarmaken. Een schaalsprong in de vorm van hoogbouw sluit ook aan bij het kernmotto 'Open Groene Stad'. In de Hoogbouwvisie wordt geconstateerd dat de hoogbouw binnen Angelslo een oriëntatiefunctie vervult. Voor de toekomst wordt meegegeven: “clustering of solitaire hoogbouw dient gesitueerd te worden in de wijkwinkelcentra en op een goede wijze ingepast te worden in de bestaande ruimtelijke context.” Voor woonwijken als Angelslo wordt onderscheid gemaakt in laagbouw (< 12 m); middel-hoogbouw (12-20 m); hoogbouw (20-40 m).

2.2.5 Verkeer

Op dit moment is de gemeente Emmen bezig met het opstellen van nieuw parkeerbeleid. In het masterplan worden diverse voorstellen gedaan om de parkeersituatie ter plaatse te verbeteren. In hoofdstuk 4 en 5 is op de vertaling daarvan in dit bestemmingsplan ingegaan.

2.2.6 Welstand

In de Welstandsnota is het plangebied ingedeeld bij het gebiedstype 'Woonwijken en woonbuurten'. Kenmerken van de ruimtelijke basiskwaliteit van woonwijken en -buurten zijn:

  • architectonische eenheden (woonblokken, flatgebouwen, rijtjeswoningen, dubbele woningen, geschakelde woningen, vrijstaande woningen) met gemeenschappelijke kenmerken (kapvorm, materialen en kleur, bouwhoogte et cetera);
  • duidelijk ritme van bouwblokken, maar toch herkenbaarheid van de individuele woning;
  • duidelijk herkenbare rooilijnen waarin de bebouwing is geplaatst;
  • bebouwing heeft relatie met en invloed op het openbaar gebied;
  • richtlijn: eenvoudige vorm van gebouw, dan variatie in kleur/materiaal mogelijk;
  • gevarieerde vorm, dan soberheid in kleur- en materiaalgebruik.

Deze basiskwaliteiten zijn vertaald in een aantal basiscriteria. Op deze manier kan middels respecterend/vernieuwend welstandsbeleid, met zo min mogelijk regels en beperkingen, de ruimtelijke basiskwaliteit van de woonomgeving worden gewaarborgd. Per architectonische eenheid wordt getoetst op de volgende aspecten:

  • kleurgebruik (harmonisch);
  • materialisering;
  • gevelbeeld naar openbaar gebied;
  • afstemming uitbreidingen en verbouwingen op bestaand bouwwerk.

Voor de nieuwbouw en renovatie aan de Landschapslaan (inmiddels goeddeels afgerond) zijn specifieke welstandscriteria geformuleerd.

2.2.7 Nota van Uitgangspunten

De gemeente heeft voorafgaand aan het opstellen van dit bestemmingsplan de Nota van Uitgangspunten Angelslo laten opstellen door BügelHajema Adviseurs (januari 2010). Hierin zijn op basis van een analyse op wijk- en buurtniveau diverse knelpunten op het gebied van de bebouwing, de groenstructuur en parkeren in beeld gebracht. De nota doet per (type) knelpunt aanbevelingen voor verbetering. Tevens worden suggesties gedaan hoe een en ander in een nieuw bestemmingsplan voor Angelslo het beste juridisch geregeld kan worden. Onderhavig bestemmingsplan houdt zich globaal aan deze Nota van Uitgangspunten (zie hoofdstuk 5).