direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen - Aaneengebouwd 2B
Plan: Emmen, Angelslo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010008-0701

Artikel 26 Wonen - Aaneengebouwd 2B

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneengebouwd 2B' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aaneengebouwde (rijtjes)woningen met twee bouwlagen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. een carport ter plaatse van de aanduiding 'sw - car';
  • d. tuin en erven;

met bijbehorende:

  • e. andere bouwwerken;
  • f. sport- en speelgelegenheden;
  • g. toegangswegen, in- en uitritten;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. geluidswerende voorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
26.2 Bouwregels
26.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een aaneengebouwde woning met twee bouwlagen worden gebouwd;
  • b. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming 'Wonen - Aaneengebouwd 2B' ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mag maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal per bouwblok bedragen;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. het bouwvlak mag volledig bebouwd worden;
  • e. bij een hoekwoning dient de gevel van een niet aangebouwde zijde van een hoofdgebouw in de perceelgrens te worden gebouwd;
  • f. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in de gevellijn te worden opgericht;
  • g. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag maximaal 7 meter bedragen;
  • h. hoofdgebouwen dienen plat afgedekt te zijn.
26.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning met de bestemming 'Wonen - Aaneengebouwd 2B' mag maximaal 35 m² bedragen, met in achtneming dat niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • b. bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 3 meter achter de gevellijn van de woning te worden opgericht, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • c. bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw dienen vrijstaande bijbehorende bouwwerken achter de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • d. aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen maximaal 5 meter achter de oorspronkelijke achtergevel van de woning worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag maximaal 3.5 meter bedragen;
  • g. een bijbehorend bouwwerk dient plat te zijn afgedekt.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – carport' zijn bijbehorende bouwwerken niet toegestaan.
26.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken, geldt de volgende bepaling:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn maximaal 1 meter bedraagt en achter de gevellijn maximaal 2 meter en de maximale bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten maximaal 5 meter mag bedragen.
26.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. de milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
26.4 Afwijken van de bouwregels
26.4.1 Bevoegdheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 26.2.2 onder a en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning met de bestemming 'Wonen - Aaneengebouwd 2B' maximaal 50 m² mag bedragen, met in achtneming dat:
    • 1. niet meer dan 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied  bebouwd wordt,
    • 2. een vrijstaand bijbehorend bouwwerk niet meer dan maximaal 35 m² bedraagt;
  • b. artikel 26.2.2 onder b en toestaan dat bijbehorende bouwwerken direct vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden opgericht;
  • c. artikel 26.2.2 onder c en toestaan dat bij twee naar de weg gekeerde gevels (hoeksituatie) van het hoofdgebouw het vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet in het verlengde van de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd hoeft te worden.
26.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 26.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de in de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om de omgevingsvergunning te verlenen, worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en/of belangen onevenredig worden geschaad, wordt de omgevingsvergunning niet verleend.

26.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van aan-huis-gebonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten.