direct naar inhoud van 5.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten
Plan: Emmen, Emmerschans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010007-0602

5.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten

Wonen

Het bestemmingsplan betreft voornamelijk de woonfunctie. De belangrijkste uitgangspunten hebben zodoende betrekking op woningen. In het plangebied komen rijwoningen, 2-onder-1-kappers en vrijstaande woningen voor. Voor deze woningtypes gelden op een aantal punten andere uitgangspunten worden. Op hoofdlijnen geldt het volgende:

  • er wordt een aparte tuinbestemming gehanteerd, waarin geen directe bouwmogelijkheden worden gegeven;
  • de bestaande gevellijn vormt het uitgangspunt voor vervangende bebouwing. Met omgevingsvergunning mag er maximaal 5 meter achter de gevellijn worden gebouwd. Bij een getrapte gevellijn, mogen er geen aan- of bijgebouwen voorbij de gevellijn van het naastgelegen perceel worden gebouwd;
  • de omvang van een bouwvlak bij vrijstaande woningen is in principe 15 meter diep, zodat achter de woning een uitbreidingen of aanbouwen kunnen worden gerealiseerd. Uitzondering daarop vormen een aantal percelen in Emmerschans-noord nabij de houtwal en aan de noordrand. Gezien de geringe diepte van deze percelen is hier gekozen voor een bouwvlak van 12 meter diep.
  • ten aanzien van de breedte van het bouwvlak bij vrijstaande woningen wordt uitgegaan van de bestaande situatie, tenzij de grootte van het perceel ruim genoeg is om zonder negatieve beïnvloeding van andere percelen enige uitbreidingsruimte toe te staan. In dat geval wordt uitgegaan van een maximale breedte van 15 m;
  • de bungalows met platte daken in het deelgebied Emmen-Noord is ruimere bouwhoogte toegekend, waardoor op deze woningen eventueel een kap kan worden gerealiseerd;
  • bij aaneengesloten bebouwing en 2-onder-1-kap-woningen ligt het bouwvlak strak om de huidige bebouwing, zodat er geen bebouwing kan worden gerealiseerd die negatieve invloed heeft op naastgelegen percelen. Wel zijn er een aantal afwijkingsmogelijkheden. Zo kan bijvoorbeeld worden toegestaan dat 30 m2 extra bijgebouwen worden gerealiseerd ten behoeve van zorgvoorzieningen die samenhangen met de Wet op Maarschappelijke Ondersteuning (WMO);
  • bij vrijstaande woningen en twee-onder-één-kap woningen dient altijd 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens te worden aangehouden, tenzij de bestaande afstand kleiner is;
  • bij vrijstaande woningen met platte daken, wordt de mogelijkheid geboden om een kap op de woning te realiseren;
  • de regeling voor aan- en bijgebouwen is afhankelijk van het woningtype. Aan en bijgebouwen zijn op twee manieren begrenst. Er geldt een maximum oppervlakte aan gebouwen. Bij aaneengebouwde woningen is deze oppervlakte 35 m2; 50 m2 bij twee-onder-een-kapwoningen en 75 m2 bij vrijstaande woningen. Daarnaast geldt dat het achter- en zijerf niet meer dan 50% mag worden bebouwd.

Groenvoorzieningen

Structuurbepalend groen (grotere groenstroken), speelveldjes en overig openbaar groen krijgen de bestemming 'Groen', waardoor de meerwaarde van het groen ook in de toekomst gewaarborgd is. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en moeten multifunctionele speelvoorzieningen mogelijk zijn. Het deel van het plangebied dat deel uitmaakt van de Emmerdennen krijgt een aparte bestemming ''Bos''. Kleine groenstroken, bijvoorbeeld een middenberm, vallen onder een woon- of verkeersbestemming.

Verkeer

Verkeersbestemmingen zijn voldoende ruim bestemd zodat – mocht dat in de toekomst nodig zijn – verkeersmaatregelen (bijvoorbeeld drempels) relatief makkelijk kunnen worden uitgevoerd. Er dient onderscheid te worden gemaakt in een bestemming die voornamelijk is gericht op de afwikkeling van verkeer en een bestemming die geschikt is voor parkeerfuncties en dergelijke.

Overige functies

Voor de overige in het plangebied aanwezige functies zoals detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en bedrijven, geldt dat deze voor de wijk behouden moeten blijven. Ten aanzien van deze functies gelden de volgende uitgangspunten:

  • er wordt uitgegaan van de bestaande bouwmogelijkheden;
  • de bouwvlakken uit de bestaande bestemmingsplannen zijn overgenomen;
  • bij functies als detailhandel, bedrijven en horeca is slechts een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding toegestaan. Voor deze functies geldt dat de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen gezamenlijk maximaal 200 m2mogen beslaan;
  • in hoofdstuk 3 is reeds aangegeven dat in het plangebied in beginsel alleen bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 1 en 2 zijn toegestaan. Bestaande bedrijfsactiviteiten uit de hogere milieucategorieën worden specifiek aangeduid, zodat bestaande activiteiten kunnen worden uitgeoefend.