direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer
Plan: Emmen, Emmerschans
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2010007-0602

Artikel 18 Verkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fietspaden met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaande verkeer;
  • b. informatiesystemen/signaleringsborden
  • c. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • d. bruggen, dammen, viaducten, geluidwerende voorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;

met bijbehorende:

  • f. andere bouwwerken;
  • g. kunstwerken en waterwerken;
  • h. toegangswegen, in- en uitritten;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling:

  • op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
18.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, mag maximaal 6 meter bedragen en maximaal 15 m² vloeroppervlak beslaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en informatiesystemen/signaleringsborden maximaal 10 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg mag maximaal 1 meter bedragen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • lid 18.2.2 sub b in die zin dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg maximaal 1,5 mag meter bedragen.
18.3.2 Beperking

De toepassing van de in lid 18.3.1 genoemde omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.

18.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het (de) ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel' aangegeven dwarsprofiel(en).

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is verder het bepaalde in artikel 26van toepassing.

18.5 Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • lid 18.4 in die zin dat wordt afgeweken van het (de) aangegeven dwarsprofiel(en).
18.5.2 Beperking

De toepassing van de in lid 18.5.1 genoemde omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend.