direct naar inhoud van Artikel 19 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Barger-Compascuum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009065-0701

Artikel 19 Verkeer - Verblijfsgebied

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer- Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten en wegen voor de ontsluiting van de aanliggende percelen;
  • b. erven en pleinen;
  • c. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • d. toegangswegen;

met bijbehorende:

  • e. andere bouwwerken;
  • f. kunstwerken en waterwerken;
  • g. sport- en speelgelegenheden;
  • h. fiets- en voetpaden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Garageboxen

Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als gebouwen mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd;
  • b. garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding 'garage' (ga);
  • c. de bouwhoogte van een garagebox mag maximaal 3 meter bedragen;
  • d. garageboxen dienen plat afgedekt te worden.
19.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs de openbare weg mag maximaal 1 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken, mag maximaal 6 meter bedragen en maximaal 15m² vloeroppervlak beslaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 10 meter mag bedragen.
19.3 Nadere eisen
19.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
19.4 Afwijken van de bouwregels
19.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 19.2.2 en toestaan dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg maximaal 1,5 meter mag meter bedragen.
19.4.2 Beperking

Het verlenen van de in artikel 19.4.1 onder a genoemde omgevingsvergunning is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om vergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de vergunning niet verleend.

19.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de garageboxen ten behoeve van wonen.