direct naar inhoud van 3.1 Archeologie en monumenten
Plan: Emmen, De Ark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009060-0701

3.1 Archeologie en monumenten

3.1.1 Algemeen

Per 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd ter uitvoering van het verdrag van Malta. Het verdrag vraagt om bescherming van het archeologisch bodemarchief tegen bodemverstoringen als gevolg van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De Monumentenwet verplicht gemeenten om bij het opstellen van nieuwe planologische regelingen rekening te houden met de te verwachten en de aanwezige archeologische waarden. Behoud van die waarden is het uitgangspunt.
Door de provincie Drenthe is nieuw aanvullend archeologiebeleid opgesteld. Op grond van dit beleid is geen archeologisch onderzoek vereist voor projecten waarbij minder dan 500m2 grond wordt verstoord. Echter omdat het plangebied zoveel archeologische vondstmeldingen en waarnemingen kent, geldt voor het plangebied de provinciale ontheffingsbevoegdheid niet en zal voorafgaande aan iedere bodemingreep de veroorzaker een inventariserend archeologisch veldonderzoek worden uitgevoerd. Dit onderzoek kan aangeven of het gebied vrij van archeologie is of dat er waarden zijn waar rekening mee dient worden gehouden.

3.1.2 Nota Belverdere

Volgens de Nota Belvedère behoort het terrein van De Ark tot het Belvedèregebied 'Zuidelijke Hondsrug'. Dit esdorpengebied tussen Emmen en Exloo wordt vooral belangrijk geacht om zijn archeologische rijkdom. Volgens de nota: "is er een veelheid te vinden aan monumenten als hunebedden, grafheuvels, celtic field en oude wegen, die de belevingswaarde van het landschap een grote diepte geven. Het gebied heeft door de eeuwen heen op een belangrijke route naar het noorden gelegen" (pag. 40).
Daarbij wordt het landschap van dit gebied gekenmerkt door de esdorpenstructuur welke karakteristiek is voor het Drents Plateau te weten de open essen, heideontginningen met regelmatige blokvormige verkaveling, beboste heidegebieden en kleine beekjes of vochtige laagten.

3.1.3 Archeologische- en monumentale waarden in het plangebied
3.1.3.1 Archeologische verwachtingswaarde

Op de IKAW/AM, zie figuur 3-1 heeft het plangebied een hoge archeologische verwachtingswaarde voor archeologische resten uit de periode Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Dit blijkt uit diverse archeologische onderzoeken en de vele archeologische vondstmeldingen in het plangebied en uit de omgeving van het plangebied. De ondergrond in het plangebied bestaat uit keileem uit de voorlaatste ijstijd die na de laatste ijstijd bedekt is met dekzand. Op het dekzand heeft zich vanaf de Middeleeuwen een enkeerdgrond ontwikkeld, die een conserverende werking heeft op dieper gelegen sporen en vondsten. Ook uit het bureauonderzoek van de Steekproef (2005-6/3, hoofdstuk 17, zie bijlage 4) blijkt eveneens de archeologisch waarde van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0005.png" Figuur 3 -1: Archeologische verwachtingswaarde.
Bron: Archis

3.1.3.2 Archeologische monumenten

In de zuidoosthoek van het plangebied aan de Odoornerweg ligt het Rijksmonument 9684, hunebed D41. Dit hunebed is afkomstig uit het Neolithicum (Trechterbekercultuur). Het hunebed bevindt zich op een keileemplateau; op een hoger gelegen (deels overstoven) terreindeel nabij een laagte die waarschijnlijk ontstaan is door uitstuiving en zandwinning. Twee andere verhogingen in het plangebied bleken bij verkennend onderzoek in 1983 een natuurlijke oorsprong te hebben. Het hunebed en aangrenzend gebied, waarin zich een grafheuvel Rijksmonument 16667 bevindt, maken deel uit van een terrein van hoge archeologische waarde en hebben een beschermde status.

3.1.3.3 Archeologische vondstmelding

Direct ten noordwesten van het plangebied bevindt zich een AMK terrein (monumentnr. 9686). Het betreft het Ermerveld waar onder andere sporen gevonden zijn uit de Hamburg en Tjongercultuur, Trechterbeker- en Klokbekercultuur (CAA 17HN 56-58,93-96, 100-101 en waarn.nr. 214188). In het Ermerveld hebben enkele grafheuvels gelegen. Vondsten bestaan uit grote hoeveelheden bewerkt vuursteen uit de periode Laat-Paleolithicum (35.000 v.C. - 8.800 v.C) tot en met Midden-Bronstijd (2.000-1.600 v.C.). In 1995 werden bij de aanleg van wegcunettten door de SAM op vier locaties bewoningssporen en vuurstenen werktuigen aangetroffen. Uit een recent (2009) uitgevoerde inventarisatie van bodemvondsten van amateur-archeologen in Emmen, blijkt dat in het Ermerveld nog steeds veel vuurstenen werktuigen gevonden worden die nog niet in Archis opgenomen zijn.

3.1.3.4 Cultuurhistorie

Het karakteristieke hoogteverschil van de es ten opzichte van zijn omgeving is bij de Emmer- en Schimmer es goed zichtbaar. Deze bolling van essen is ontstaan door, soms eeuwenlang, opwerpen van potstalmest. Bekeken vanaf een grotere afstand, verdwijnen boerderijen achter het esdek.
Daarnaast kent de Emmer- en Schimmer es nog veel kleinere hoogteverschillen die interessante informatie geven over het vroegere gebruik van de es (Bron: Emmen in het perspectief van de es, Gemeente Emmen 2004). De kaart van het Actueel Hoogte Bestand Nederland (AHN) brengt het huidige reliëf in beeld en laat een aantal cultuurhistorische relicten zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0006.png"
Figuur 3-2:Actueel Hoogte Bestand Nederland met huidige relief Emmer- en Schimmer es.
Bron: Emmen in het perspectief van de es, gemeente Emmen 2004.

Als eerste zijn op de Schimmer es ten zuidwesten van De Ark twee kuilen in het reliëf (zie kader kaart hoogteverschillen). Hoewel niet op de bodemkaart weergegeven, zijn het waarschijnlijk dobben, drinkputten voor het vee. Daarnaast laat de AHN kaart zien dat in het huidige reliëf verschillende langgerekte ruggetjes te vinden zijn. Wanneer we de kadastrale kaart van 1832 over de AHN kaart met het huidige reliëf leggen, dan blijken deze ruggetjes opvallend vaak overeen te komen met de kopse kanten van lange percelen (zie rode pijltjes op de detailkaarten).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009060-0701_0007.png"
Figuur 3-3: Wendakkerruggetjes (rode pijltjes) op de Emmer- en Schimmer es. AHN kaart met daaroverheen de kadastrale kaart van 1832. Bron: Emmen in het perspectief van de es, gemeente Emmen 2004.


Deze ruggetjes zijn zogenaamde wendakkerruggetjes of akkerbergen, die zijn ontstaan door de keerploeg uit de 19e eeuw. Percelen die dwars op het kavelpatroon en dus dwars op de ploegrichting stonden, werden gebruikt om de ploeg te keren. Door het keren van de ploeg werd grond opgeworpen en zo ontstonden verhogingen in het maaiveld. De wendakkerruggetjes laten in feite het 'skelet' van het ontginningspatroon op de es zien. Bijzonder is dat ondanks de grootscheepse ruilverkaveling halverwege de 20e eeuw, de wendakkers op de Emmer- en Schimmer es nog zo goed zichtbaar zijn. Zij zijn nu nog het enige zichtbare restant van het vroegere agrarische gebruik van de es. De belangrijkste cultuurhistorische waarde van de wendakkers is hun relatief ongestoorde bodemprofiel. Omdat wendakkerruggen in de loop der tijd steeds hoger werden, raakten de onderste delen van de rug geleidelijk aan buiten het bereik van de ploeg. Ze werden als het ware gefossiliseerd en vormen daarmee een belangrijk paleo-ecologisch (onderzoek naar stuifmeelkorrels en pollen in bodems) en bodemkundig archief.

3.1.4 Conclusie

Op basis van de cultuurhistorie van het plangebied en de gevonden voorwerpen in het plangebied worden aan het plangebied archeologisch waarden toegekend. Op de verbeelding zal het gebied met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie waardevol gebied worden aangegeven. Daarbij geldt dat veldonderzoek verplicht is bij alle vormen van bodemingrepen en de ontheffing op grond van het provinciale beleid niet van toepassing is. Het veldonderzoek dient te worden uitgevoerd op basis van een Plan van Aanpak dat aan de gemeentelijk archeoloog van Emmen ter toetsing wordt aangeboden. Daarnaast is de omgeving rondom het hunnnbed aangemerkt als Waarde- Archeologie Monument en kent dit gebied de dubbelbestemming Waarde - Archeologie monument.

3.1.5 Gegevens ten behoeve van de nadere inrichting van het plan en nieuwe ontwikkelingen

Op grond van de bekende historische, aardkundige en archeologische gegevens kan het plangebied Emmen, De Ark geïnterpreteerd wordt als een gebied met een hoge archeologische dichtheid aan vindplaatsen en vondsten. Om die reden is veldonderzoek verplicht bij alle vormen van bodemingrepen. Het veldonderzoek dient te worden uitgevoerd op basis van een Plan van Aanpak dat aan de gemeentelijk archeoloog van Emmen ter toetsing wordt aangeboden. Voor de uitvoering van het veldonderzoek dient gebruik gemaakt te worden van de provinciale richtlijnen voor een inventariserend en karterend veldonderzoek (2006).