direct naar inhoud van Artikel 40 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Emmen, Emmermeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009059-0701

Artikel 40 Wonen - Woonwagenstandplaats

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonwagenstandplaatsen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. tuin en erven;

met bijbehorende:

  • d. andere bouwwerken;
  • e. toegangswegen in- en uitritten;
  • f. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
40.2 Bouwregels
40.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mag op de woonwagenstandplaats een woonwagen worden geplaatst;
  • b. het aantal hoofdgebouwen met de bestemming 'Wonen - Woonwagenstandplaats' zal ten hoogste het ter plaatse de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedragen;
  • c. per woonwagenstandplaats mag 50% van het perceel behorende bij de woonwagenstandplaats bebouwd worden, waarbij het hoofdgebouw in het bouwvlak gerealiseerd dient te worden;
  • d. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelings perceelsgrens mag aan één zijde minimaal 1 meter mag bedragen, mits aan de andere zijde de afstand tussen twee hoofdgebouwen minimaal 5 meter bedraagt;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven.
40.2.2 bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw;
  • b. op de grond behorende bij de standplaats mag per hoofdgebouw maximaal 35m² bijbehorende bouwwerken worden opgericht mits niet meer dan 50% van de standplaats wordt bebouwd;
  • c. bijbehorende bouwwerken mogen op de perceelsgrens worden opgericht;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,5 meter bedragen;
40.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de andere bouwwerken bij een hoofdgebouw mag maximaal 10 m² bedragen, mits niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
  • b. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3,5 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder artikel 35.2.3 b mag de de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen gelegen langs een openbare weg en/ of langs het gedeelte van het zijerf, dat loopt vanaf de openbare weg tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mag maximaal 1 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf-en terreinafscheidingen achter de gevellijn maximaal 2 meter mag bedragen.
40.3 Nadere eisen
40.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. cultuurhistorie;
  • c. verkeersveiligheid;
  • d. sociale veiligheid;
  • e. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • f. milieusituatie;
  • g. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
40.4 Afwijken van de bouwregels
40.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen me een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 40.2.1 onder e in die zin dat de de afstand tussen twee hoofdgebouwen minimaal 2 meter bedraagt, mits de perceelsgrens gekeerde wanden een "Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag" (WBDBO) bezitten van tenminste 30 minuten;
40.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 40.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

40.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een bijgebouw als hoofdgebouw;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van aan-huis-gebonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten.