direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal beleid
Plan: Nieuw-Dordrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009047-0702

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Ruimtelijk beleid

Tijdens de vergadering van Provinciale Staten op 2 juni 2010 is het nieuwe omgevingsbeleid voor de komende tien jaar vastgesteld. Het omgevingsbeleid is hét strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe tot 2020. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document waarin de voor de provincie vier wettelijke planvormen zijn samengenomen:

  • 1. de provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening;
  • 2. het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer;
  • 3. het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;
  • 4. het provinciaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer.

De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk- economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. De Omgevingsvisie heeft voor de provincie een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is. Daarnaast zijn er zaken uitgelicht die van provinciaal belang worden geacht. Deze zijn:

  • 1. het behouden en waar mogelijk ontwikkelen van de kernkwaliteiten rust, ruimte, natuur, landschap, oorspronkelijkheid, veiligheid, naoberschap, menselijke maat, kleinschaligheid (Drentse schaal);
  • 2. het behouden en versterken van de biodiversiteit door het realiseren van de Ecologische hoofdstructuur (EHS);
  • 3. het beschermen van de kwaliteit van lucht, water en bodem en het verbeteren van de verkeersveiligheid, waterveiligheid en externe veiligheid;
  • 4. het streven naar voldoende, gevarieerde, aantrekkelijke en vitale vestigingsmogelijkheden op regionale bedrijventerreinen en andere stedelijke werklocaties en het bieden van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden in het landelijk gebied voor landbouw, recreatie en toerisme en bedrijvigheid;
  • 5. het ontwikkelen van een adequate strategie voor krimpgebieden, met aandacht voor wonen, leefbaarheid, bereikbaarheid en arbeid;
  • 6. het maken van bovenlokale afspraken over aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus die voorzien in de woonvraag;
  • 7. het streven naar steden met een onderscheidende identiteit, gebaseerd op historische of gebiedskenmerken waardoor de stedelijke centra gedifferentieerde blijven;
  • 8. het ontwikkelen en behouden van robuuste stedelijke netwerken, waardoor de steden samenhangen, samenwerken en complementair zijn;
  • 9. de kwaliteit en kwantiteit van (grond)water;
  • 10. het benutten van de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking en -distributie en tevens het besparen van energie, het zorgvuldige gebruik van de ondergrond voor de energiewinning, de opslag van CO2, groen gas en aardgas en de energie-infrastructuur;
  • 11. het creëren van voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van de mobiliteit in samenhang met het creëren van betrouwbaarheid van (inter-)regionale netwerken voor auto, openbaar vervoer, fiets en goederen door de lucht en over weg, spoor en water evenals de verknoping met de (inter-)nationale netwerken;
  • 12. de Ecologische Hoofdstructuur, de verschillende Drentse landschapstypen en de diversiteit in landschapstypen;
  • 13. het verbinden van stad en land door het verweven van de gebruiksfuncties, landbouw, natuur en water in het landelijk gebied en het benutten van de kernkwaliteiten voor de plattelandseconomie;
  • 14. sport- en cultuurparticipatie en de infrastructuur die hiervoor nodig is;

Voor al deze zaken geldt dat de provincie van mening is dat het ruimtelijke belang het gemeentelijk niveau overstijgt en de provincie hier haar verantwoordelijk voor heeft. De provincie zal dan ook een standpunt innemen over het gemeentelijke ruimtelijke plan indien een van de genoemde onderwerpen in het ruimtelijke plan voorkomt.

2.4.2 Herinrichtingsbeleid (groenstructuur)

De Nota Herinrichting Deelgebied Emmen (januari 1992) schetst de volgende gewenste ontwikkelingen die van belang zijn voor de groenstructuur van Nieuw-Dordrecht:

  • "In samenhang met de reconstructie van wegen of de aanleg van fietspaden zullen langs een aantal kwartaire wegen bermbeplantingen worden aangebracht, waarbij de verbreding van de berm voor dit doel noodzakelijk is". In de tabel 'Aan te brengen bermbeplanting op te verbreden bermen' noemt de Nota o.a. Herenstreek/Karrepad (pag. 48).
  • "Langs een aantal wegen zal op de bestaande bermen een beplanting worden aangebracht ter versterking van de landschappelijke structuur. Deze voorzieningen zijn op de kaart met open groene cirkeltjes aangegeven" In de tabel 'Aan te brengen bermbeplanting op bestaande bermen wordt onder andere Vastenow genoemd (pag. 53).
  • De kaart van het herinrichtingsplan geeft voor de volgende wegen en kanalen in de omgeving Nieuw-Dordrecht de "te handhaven boombeplanting weer (weergegeven met dichte groene cirkeltjes)": Oranjedorpstraat en Klazienaveensestraat.
  • Onder de categorie "te handhaven bos/beplanting" vallen: de bosstrook ten noorden van het dorp, de singels om het sportterrein, de singel aan de oostkant van het evenemententerrein en het Oosterbos. De herinrichtingskaart geeft eveneens "aan te planten bos" ten noorden van de Veldweg en ten zuiden van de Vastenow weer. Inmiddels is besloten om niet over te gaan tot aanplant.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009047-0702_0003.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009047-0702_0004.jpg"

Figuur 2.2: Kaart uit Nota Herinrichting Deelgebied Emmen

Het Provinciaal Omgevingsplan II (POP II) heeft bepaald dat het Oosterbos ten oosten van het dorp tot de PEHS behoort. Dit blijkt uit de bij het POP II behorende Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) die op 16 december 2008 is geactualiseerd. Tevens is bepaald dat een strook ten oosten van het dorp aanpalend aan het Oosterbos een ecologische verbindingszone is (zie onderstaande kaart).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009047-0702_0005.jpg"

Figuur 2.3: Kaart Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (bron: Drenthe.nl)

Cultuurhistorie

Het provinciaal beleid ten aanzien van cultuurhistorie is beschreven in het Cultuurhistorisch Kompas. Twee doelstellingen staan hierin centraal. Ten eerste wil de provincie de cultuurhistorie herkenbaar houden. Wat tot de cultuurhistorie rekenen is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (onderdeel van de Kernkwaliteitenkaart). Ten tweede wil provincie de ruimtelijke identiteit versterken.

Om dit te bereiken wordt onderscheid gemaakt tussen drie sturingsniveaus: respecteren, voorwaarden stellen en eisen stellen. De sturingsniveaus zijn gebiedsgericht toegepast en weergegeven in de beleidskaart in het Cultuurhistorisch Kompas.

1. Respecteren: gericht op het waarborgen van de cultuurhistorische samenhang voor de toekomst. De initiatiefnemers hebben de verantwoordelijkheid om de cultuurhistorische hoofdstructuur als inspiratiebron te benutten. De provincie beoordeeld de plannen en initiatieven daarop.

2. Voorwaarden stellen: het stellen van de cultuurhistorische samenhang als randvoorwaarde. De initiatiefnemers hebben daarmee de verantwoordelijkheid om vroegtijdig in het planproces inzichtelijk te maken op welke wijze ze de cultuurhistorische samenhang als een van de (ruimtelijke) onderleggers voor nieuwe plannen benutten. De provincie is beschikbaar voor (het regelen van) begeleiding van het planvormingsproces, waarbij de kansen vanuit de cultuurhistorische samenhang uitgangspunt zijn.

3. Eisen stellen: de provincie stuurt de ontwikkelingen in de (vanuit de cultuurhistorie bezien) gewenste richting. Van de initiatiefnemer wordt verwacht dat de cultuurhistorische samenhang als dé drager voor nieuwe plannen wordt gebruikt. Ontwikkelingen bouwen op deze samenhang voort. Vanaf het begin bedingd de provincie een plek in het planvormingsproces.

De gebieden waarop de aandacht is gevestigd zijn:

• Het esdorpenlandschap rond Norg

• De Drentsche Hoofdvaart

• De Havelterberg

• Het esdorpenlandschap rond Mars- en Westerstroom

• De Reest

• Het Amsterdamscheveld

• De Kop van Drenthe

• De Drentsche Aa

• De Maatschappij van Weldadigheid

• De Hondsrug

• De Monden

Voor de richtinggevende ambities, karakteristiekbeschrijvingen en achtergronden voor deze gebieden, wordt verwezen naar het Cultuurhistorisch Kompas.

Het grootste deel van Emmen valt onder sturingsniveau 1 "Respecteren".