direct naar inhoud van Artikel 27 Leiding- Gas
Plan: Nieuw-Dordrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009047-0702

Artikel 27 Leiding- Gas

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding- Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen, waarvan de 10-6 plaatsgebonden risicocontour valt op gronden gelegen binnen het op de plankaart aangegeven veiligheidsgebied buisleidingenstrook;
  • b. beheer en de instandhouding van de brandstofleiding (en) met de daarbij behorende gebouwen.
27.2 Bouwregels
27.2.1 Gebouwen en andere bouwwerken

Voor het bouwen van het gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. in geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn;
  • b. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 27.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
27.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen . Een ontheffing kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

27.4 Nadere eisen
27.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
27.5 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is verder het bepaalde in artikel 31 van toepassing.

27.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.6.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • b. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen en het zoeken naar delfstoffen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • h. het permanent opslaan van goederen.
27.6.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in artikel 27.6.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. al in uitvoering zijn op het van kracht worden van het plan;
  • b. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning
  • c. het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringen- strook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • d. welke graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.
27.6.3 Combinaties

Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden omgevingsvergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

27.6.4 Beperkingen
  • a. De in artikel 27.6.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de instandhouding van de leidingstrook zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de omgevingsvergunning kan worden voorkomen.
  • b. Alvorens de in artikel 27.6.1 bedoelde omgevingsvergunning te verlenen, wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de leidingbeheer-der omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.