direct naar inhoud van Artikel 35 Natuur
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 35 Natuur

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het in stand houden, herstellen en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden van de gronden;
  • b. bos
  • c. water;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voet-en fietspaden;
  • f. brandgangen en brandwegen;
  • g. houtproductie;
  • h. recreatief medegebruik ten behoeve van kleinschalige openlucht activiteiten, sport en spel;
  • i. educatief medegebruik;
35.2 Bouwregels
35.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
35.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de totale gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken inclusief overkappingen maximaal 15 m2 mag bedragen;
    • 2. de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding mag maximaal 1 meter bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 5 meter bedragen;
35.3 Nadere eisen
35.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
35.4 Afwijken van de bouwregels
35.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 35.2.1 en toestaan dat gebouwen mogen worden opgericht met een gezamenlijke oppervlakte tot maximaal 25m² bedragen, mits de bouwhoogte van een gebouw maximaal 3,5 meter bedraagt;
  • b. artikel 35.2.2 onder a.2 en toestaan dat de bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding langs de openbare weg maximaal 3 meter mag bedragen;
35.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 35.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

35.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het oprichten van lichtmasten;
  • b. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • c. het scheuren, het omzetten en/of anderszins ingrijpend wijzigen van gronden ten behoeve van een permanent ander gebruik;
  • d. het egaliseren en diepploegen van gronden;
  • e. het aanleggen van drainage;
  • f. het dempen van sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
  • g. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • h. het aanplanten van bomen en/of houtgewas.
35.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
35.6.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden voor de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, ontgronden, egaliseren, ontginnen en diepploegen van gronden;
  • b. het aanleggen van wegen, voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • c. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
  • d. het graven en dempen van wijken, sloten waterpartijen en waterlopen;
  • e. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen en het zoeken naar delfstoffen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen van houtopstanden en (lijnvormige) beplanting;
  • g. het beplanten en/of bebossen van gronden met houtopstanden, erfbeplanting uitgezonderd.
35.6.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in artikel 35.6.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en natuurbeheer betreffen, waaronder normaal spit- en ploegwerk, anders dan diepploegen;
  • b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  • c. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
35.6.3 Combinaties

Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en de natuurlijke waarden. Voor de in 35.6.2. onder a tot en met d genoemde activiteiten zullen uitsluitend omgevingsvergunningen worden verleend als de activiteiten worden uitgevoerd in het kader van natuurbeheer.

35.6.4 Beperkingen

De in artikel 35.6.1  bedoelde omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de waarden van een gebied zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.