direct naar inhoud van Artikel 28 Kantoor
Plan: Klazienaveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009032-0701

Artikel 28 Kantoor

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning";
  • c. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening".

met bijbehorende:

  • d. andere bouwwerken;
  • e. sport- en speelgelegenheden;
  • f. toegangswegen in- en uitritten;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. kunstwerken en waterwerken;
  • j. nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
28.2 Bouwregels
28.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding bebouwingspercentage terrein (%) staat per bouwvlak het maximale bebouwingspercentage aangegeven, indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak 100% bebouwd worden;
  • c. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "maximum bouwhoogte" mag de bouwhoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande bouwhoogte indien geen bouwhoogte is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de maatvoeringaanduiding "maximum goothoogte" mag de goothoogte van het (hoofd)gebouw niet meer bedragen dan is aangegeven, danwel de bestaande goothoogte indien geen goothoogte is aangegeven;
28.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een ander bouwwerk mag voor de gevellijn maximaal 1 meter en achter de gevellijn maximaal 3 meter bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de totale gezamenlijke oppervlakte aan andere bouwwerken inclusief overkappingen maximaal 20 m2 mag bedragen, onder voorwaarde dat niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bebouwd wordt;
    • 2. de maximale bouwhoogte van een erf- en terreinafscheiding voor de gevellijn mag maximaal 1 meter bedragen en achter de gevellijn maximaal 2 meter;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten voor en achter de gevellijn mag maximaal 5 meter bedragen;
    • 4. een luifel aan het hoofdgebouw mag maximaal 1,5 meter uit steken;
28.3 Nadere eisen
28.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de gebouwen, wat betreft:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. cultuurhistorie;
  • d. verkeersveiligheid;
  • e. sociale veiligheid;
  • f. brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  • g. milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen.
28.4 Afwijken van de bouwregels
28.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. artikel 28.2.1 onder a.en toestaan dat gebouwen gerealiseerd mogen buiten het bouwvlak worden met een maximum vloeroppervlak van 30 meterĀ² en een maximale bouwhoogte tot 3 meter binnen de bestemming Kantoor;
  • b. artikel 28.2.1 onder a., en toestaan dat het hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits het oppervlakte aan bebouwing niet wordt vermeerderd;
28.4.2 Beperking

De toepassing van de in artikel 28.4.1 genoemde afwijking is beperkt tot incidentele gevallen, waarbij het functioneren van de bestemming begrepen doeleinden en omliggende bestemmingen niet mag worden aangetast. In de afweging om omgevingsvergunning te verlenen worden in ieder geval de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de cultuurhistorie, de verkeersveiligheid, de (sociale) veiligheid, brandveiligheid/ externe veiligheid en rampenbestrijding, de milieusituatie, de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen in acht genomen. Indien de genoemde waarden en of belangen onevenredig worden geschaad wordt de omgevingsvergunning niet verleend;

28.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het bewonen van bedrijfsgebouwen of bijbehorende bouwwerken, niet zijnde aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning;