direct naar inhoud van 5.2 Stedenbouwkundigplan
Plan: Emmen, Oude Meerdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2009012-0701

5.2 Stedenbouwkundigplan

5.2.1 Hoofdstructuur

De hoofdstructuur in de buurt wordt bepaald door een combinatie van een centraal gelegen grote groene brink, een bebouwingsboog met een kleine brink en woningen die passen binnen lintbebouwing. De gehele buurt wordt gekenmerkt door een groene en ruime opzet.

De grote brink ontstaat door de voormalig rechtdoor lopende Oude Meerdijk aan het begin (westzijde) van de nieuwe buurt te 'splitsen'. De brink vormt hiermee zowel de beëindiging van de Oude Meerdijk als het hart van de nieuwe buurt. De oude structuur van de buurt blijft herkenbaar door de doorlopende bomenrij over de brink. Door zijn centrale ligging vormt de grote brink het verbindende element tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het plangebied.

Er zijn binnen het plangebied twee deelgebieden te onderscheiden die zich kenmerken door een onderlinge samenhang van de bebouwing: "de boog" en "de lintbebouwing".

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009012-0701_0011.jpg"

Figuur 12: Deelgebieden Oude Meerdijk

De boog

De boog bestaat geheel uit vrijstaande woningen en omarmt het plangebied aan de noord- en oostzijde. Aan de noordzijde vormt de boog de overgang naar de bestaande wijk Angelslo. Aan de oostzijde vormt het de oostelijke begrenzing van het plangebied. De woningen in de boog kenmerken zich doordat ze allen plat afgedekt zijn (1-2 bouwlagen, dus ook 1 bouwlaag met dakopbouw).

In het noordoostelijke deel wijkt de boog waardoor de kleine brink ontstaat. Achter het oostelijke deel van de boog ligt nog een bestaande woning.

De lintbebouwing

Ten zuiden van de Oude Meerdijk en de grote brink komt een dubbele rij vrijstaande woningen. Deze twee rijen vormen gezamenlijk een afronding van het oorspronkelijke bebouwingslint langs de Oude Meerdijk. Vanaf de bestaande woning nr. 54 wijken de nieuwe woningen naar het zuidoosten. Hierdoor ontstaat een open ruimte, het deel van de grote brink ten zuiden van de bomenrij.

De dubbele strook bestaat uit maximaal zeven vrijstaande woningen met voorkanten georiënteerd op de grote brink en maximaal zeven vrijstaande woningen met voorkanten georiënteerd op een parkachtige groenzone. Om de kenmerken van lintbebouwing te benadrukken zijn al deze woningen vrijstaand met een kap.

De drie nieuwe woningen die aan de noordzijde van de grote brink staan sluiten aan op de bestaande lintbebouwing langs de Oude Meerdijk buiten het plangebied.

De woningen onderscheiden zich van de boog doordat ze uitgevoerd worden met kap (1-1,5 bouwlaag met kap).

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009012-0701_0012.jpg"

Figuur 13: Principe plaatsing hoofdgebouw: Hoofdgebouw staat loodrecht/evenwijdig op/aan de rijweg en voorgevel begeleidt het gebogen stratenpatroon

5.2.2 Stedenbouwkundige voorwaarden

Voor de buurt is een aantal voorwaarden opgesteld die voor alle woningen gelden. Het betreft de afstand tussen de woningen, tweezijdig georiënteerde hoekwoningen en de plek van de aan- en bijgebouwen bij de vrijstaande woningen.

Er is sprake van een gebogen stratenpatroon. Dit betekent dat slechts een deel van de voorgevel in de rooilijn gesitueerd kan worden. Om het gewenste straatbeeld te verkrijgen dient dan ook het hoofdgebouw loodrecht/evenwijdig op/aan de rijweg georiënteerd te worden waardoor de voorgevel het gebogen stratenpatroon begeleidt. Figuur 13 verheldert dit principe.

Door een weloverwogen bepaalde onderlinge afstand tussen alle woningen ontstaan er geen gesloten bebouwingswanden en ogen de woningen niet 'te groot' op de kavels. Er ontstaat een duidelijk herkenbaar ritme van 'losstaande' woningen. De voortuinen, in combinatie met de 'losstaande' woningen op de kavels en de ruime opzet van de openbare ruimte, zorgen voor een buurt met een ruim en groen karakter. Een buurt met een samenhangende structuur, maar toch met individueel herkenbare woningen.

Hoekwoningen, waarvan het kavel met het zijerf en het voorerf grenzen aan het openbare gebied, verdienen extra aandacht qua vormgeving. Deze woningen zijn vanaf de weg of vanuit het openbare groen duidelijk zichtbaar en hierdoor beeldbepalend. Daarom hebben deze woningen een tweezijdige oriëntatie. Dit betekent dat er ook in/aan de zijgevel ramen en/of een erker gebouwd mogen worden. Ook de erfafscheiding van deze twee zijden verdienen aandacht, die moet passend zijn binnen de groene opzet van de buurt.

In het beeldkwaliteitplan "Woongebied Oude Meerdijk" worden de tweezijdig georiënteerde woningen op hoekpunten aangegeven (zie figuur 14). Het beeldbepalende karakter geldt ook voor een aantal woningen die aan het einde van een zichtlijn liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2009012-0701_0013.jpg"

Figuur 14: Bijgebouwen

Voor de vrijstaande tweezijdig georiënteerde hoekwoning geldt bovendien dat slechts de binnenzijde, dus niet de openbare zijde, bebouwd mag worden met een aanbouw zoals bijvoorbeeld een garage. Het hoofdgebouw zelf markeert hierdoor het hoekpunt. Blinde gevels en inritten e.d. op hoeken worden hiermee voorkomen.

Een ander uitgangspunt is dat garages en andere bijgebouwen minimaal vijf meter achter de voorgevel van de woning liggen. Op deze manier kunnen de (eerste) auto's naast de woning, i.p.v. voor de woning geparkeerd worden. Hierdoor is de auto minder dominant zichtbaar aanwezig in het straatbeeld. Heeft de bewoner meer auto's dan passen er circa twee auto's op het eigen erf en staan er minder auto's op straat. Dit draagt bij aan een positiever en groener straatbeeld.